Stoute broeder Adrianus – hoofstukken 7-10

4.4
(17)

Door: Freudz

(Mb, b-solo, mast, assplay, roleplay, mind control, smelling)

In het eerste hoofdstuk maakten we kennis met de zevenjarige Thomas, die heel graag zeeverkenner wil worden. Daarna leerden we over de stoute ervaringen van Adrianus als tiener en die hem gevormd hebben tot wie hij nu is. In de volgende hoofdstukken keren we terug naar het begin van het verhaal en volgen we de geile belevenissen van Thomas.

Stoute Broeder Adrianus – Hoofdstuk 7 (b-solo, mast, slow)

Een week na zijn achtste verjaardag, als Thomas thuiskomt uit school, ligt er een brief op de deurmat. Aan de moeder van Thomas, staat erop. Afzender: de schipper van zeeverkennersgroep Cornelis Tromp. Op de groene postzegel staat een Franse lelie. Net zo een als op het insigne op zijn jas, die de schipper hem bij het laatste bezoek heeft geschonken. Wat zou er in de brief staan, vraagt Thomas zich nieuwsgierig af.

Zijn vingers branden, om de envelop open te scheuren en te lezen wat er staat. Maar hij weet dat zijn moeder dan heel boos zal worden en dan mag hij misschien nooit meer bij de verkenners, denkt hij. Met veel moeite weet hij zich te beheersen. Zenuwachtig loopt hij door het huis, alsof de tijd dan sneller gaat. Hij vergeet helemaal zijn kleren uit te trekken. Iets, wat hij normaal meteen doet als hij thuiskomt en zijn moeder er niet is. Dan krijgt hij een ingeving.

Nadat hij het lekkere gevoel in zijn piemeltje heeft gehad op de emmer onder de douche, voelt hij zich altijd heel ontspannen. Hij besluit om te gaan douchen en zijn nu al stijve pikkie lekker lang onder de harde waterstraal te houden. Binnen vijf minuten zit hij al in zijn favoriete positie en draait hij de kranen open.
“Aaah!” schreeuwt hij van de pijn.

Hij heeft de kranen niet goed afgesteld, waardoor het water heel heet is. Zijn blote eikeltje krijgt meteen de volle laag. Verschrikt trekt hij zijn piemeltje naar achteren en stelt de kranen bij, totdat het water een aangename temperatuur heeft.

Voorzichtig duwt hij zijn eikeltje onder de straal. Deze is door het hete water overgevoelig geworden, dus het doet een beetje pijn. Thomas, trekt zijn velletje naar voren om zijn eikeltje te beschermen. Als hij zijn piemeltje nu onder de straal houdt, is het gevoel minder intens als zonder voorhuid, maar evengoed lekker en het doet geen pijn.

Thomas ontdekt dat het langer duurt voordat hij dat lekkere gevoel ervaart. Eigenlijk vindt hij het ook wel prettig, want nu kan hij het eindeloos rekken. Hij heeft het ook wel eens drie keer achter elkaar gedaan, maar het lekkerste is om dat gevoel net niet te bereiken en het ultieme genot op te sparen.

Hij zit al anderhalf uur op de emmer onder de douche en heeft al een keer dat lekkere gevoel ervaren. Met zijn smalle heupen gaat hij heen en weer en hij maakt korte stotende bewegingen, alsof hij met zijn stijve pikkie de waterstraal aan neuken is.

Ja, daar komt het, denkt Thomas. Het begint met een kriebel in zijn zakje en dan is het alsof hij een elektrische schok krijgt, van zijn pikje via zijn onderbuik naar zijn tepeltjes. Zijn kleine lichaam verkrampt en het licht gaat even uit.

De harde waterstraal is nog steeds gericht op zijn verslappende piemeltje, dat nu overgevoelig is. Dit brengt hem bij zijn positieven. Hij trekt zijn pikkie iets terug, zodat de waterstraal hem niet meer raakt. Als hij zijn ogen opent, kijkt hij glazig voor zich uit. Wow, denkt hij, wat was dat lekker.

“Thomas, Thomas, ben je thuis”, hoort hij zijn moeder van beneden roepen.

Thomas schrikt wakker uit zijn dromerige staat. Hij heeft moeder’s brommertje niet gehoord. Noch de voordeur. Niet dat het wat uitmaakt nu hij onder de douche zit, maar hij voor hetzelfde geld liep hij nu met een stijf piemeltje voor de spiegel van zijn moeder te paraderen. Hij neemt zich voor om voortaan voorzichtiger te zijn. Snel gooit hij de emmer met water leeg en stapt onder de douche vandaan.

Hij droogt hij zich af en trekt een grauwwit onderbroekje aan, waarvan het elastiek al lang niet meer zo elastisch is. Het is dat hij zo’n rond kontje heeft, anders zou het broekje zo naar beneden kunnen glijden. Dan loopt hij de trap af naar beneden. Moeder zit aan de keukentafel op hem te wachten met de brief van de schipper in haar handen.

“Kom eens bij me zitten, Thomas”, vraagt ze, terwijl ze hem glunderend aankijkt.

Nu wordt Thomas toch wel heel nieuwsgiering. Snel klimt hij op de stoel tegenover moeder en leunt met zijn elle bogen op de tafel, om niets te missen van wat moeder zegt. Vol verwachting hangt hij aan haar lippen.

“De schipper schrijft, dat er een jeugdafdeling aan de zeeverkenners wordt toegevoegd. De Waterwelpen. Deze afdeling is voor jongetjes van acht tot twaalf jaar oud. Daarna kan je eventueel doorstromen naar de zeeverkenners. De Schipper nodigt jou uit om een waterwelp te worden. Lijkt je dit wat? vraagt ze aan Thomas.

Wat een domme vraag, denkt Thomas, natuurlijk wil hij dat. Hij schudt zijn hoofd instemmend en wacht op wat moeder nog meer zal vertellen.

“Verder schrijft hij dat de kerk de contributie zal betalen, als jij af en toe kleine klusjes wil doen voor de groep. Als je woensdagmiddag bij de schipper langsgaat in de parochie, dat krijg je een nieuw T-shirt, een das en kan je tweedehandse blauwe corduroy korte broekjes passen, die door kerkgangers zijn geschonken. Nou, dat scheelt weer een hoop geld”, sluit moeder haar verhaal af.

“Welke dag is het vandaag?”, vraagt Thomas.

“Het is vandaag maandag. Ik moet woensdagmiddag werken en ik kan hiervoor geen vrij nemen. Denk je dat je alleen kunt gaan? Het is maar vijf minuten fietsen. Als je direct uit school gaat, ben je er nog sneller”, zegt de moeder op vragende, maar tegelijkertijd gedecideerde toon.

Hoewel hij het best spannend vindt om in zijn eentje naar de schipper te gaan, is zijn verlangen om een waterwelp te worden zo groot, dat hij geen moment twijfelt.

“Natuurlijk kan ik dat”, antwoord hij vol jeugdige bravoure, terwijl hij zijn smalle bovenlichaam zo breed mogelijk probeert te maken.

Het zijn deze momenten die het hart van de moeder doen smelten. Haar baby, wordt echt al een jong mannetje, denkt ze.

“Dek jij de tafel, dan gaan we zo eten”, zegt ze en ze staat op, om te gaan koken.

Stoute Broeder Adrianus – Hoofdstuk 8 (Mb, fondling, mind control, no sex, slow)

Thomas zit in de klas. Het is kwart voor twaalf. Nog vijftien minuten en dan zijn ze vrij. De twee dagen zijn best snel gegaan, denkt hij. Al is hij het wachten wel meer dan zat. ’S ochtends voor het ontbijt, heeft moeder hem laten douchen. Vreemd, want normaliter doucht hij ’s middags of ’s avonds voordat hij naar bed gaat.

Ook laat ze hem zijn enige goeie onderbroek dragen, die hij normaal alleen op zondag aan mag. Daaroverheen draagt hij een geel shortje van glimmend nepsatijn, met groene streepjes aan weerzijden. Verder draagt hij een simpel wit mouwloos hemdje, wat helemaal passend is bij de zomerse temperaturen. Aan zijn voeten draagt hij nieuwe blauwe bootschoenen. Die heeft zijn moeder van haar zuurverdiende spaarcentjes voor hem gekocht.

Dan gaat de bel. Thomas springt op van zijn stoel, zegt de meester en zijn klasgenoten kort gedag en loopt in een spurt naar het fietsenhok. Hij maakt zijn fiets los, neemt een kort sprintje en springt dan op zijn fiets. Zijn korte benen beginnen verwoed te trappen. Hij kan de kerk al in de verte zien. Nog even doortrappen en drie minuten later staat Thomas voor de deur van de parochie.

Hij belt aan en wacht. De grote zware deur wordt opengedaan door een andere, iets jongere non, met grote sprekende ogen.

“Hallo jongen, wat kan ik voor je doen?”, vraagt ze

“Ik kom voor de schipper”, zegt Thomas. “Uhh, ik bedoel broeder Adrianus”, corrigeert hij zichzelf.

De non, moet lachen, om zijn verwarring.

“Ja, dat is verwarrend heh”, zegt ze. “Een persoon met twee namen. Volg mij maar dan breng ik je naar de broeder.”

Ze laat Thomas voorgaan en sluit de deur. Dan lopen ze door de hoge lange gang, met de voor hem al bekende religieuze prenten en schilderijen, naar de kamer van de schipper. De non klopt op de deur en doet hem half open. Ze duwt Thomas door de deuropening naar binnen en sluit de deur weer. Alsof ze een afgesproken instructie uitvoert.

Voor de tweede keer staat Thomas in de kamer van de schipper. Nu helemaal in zijn eentje. Nou ja, samen met de schipper dan. Maar wel zonder zijn moeder, denkt hij, terwijl hij iets nerveuzer wordt. De schipper wacht hem midden in de kamer op. Hij draagt een korte sportbroek en een wit mouwloos hemd. Niet de kleding die je van een broeder van verwachten, denkt Thomas. Maar wel van een schipper, stelt hij zichzelf direct gerust.

Nu pas kan Thomas zien hoeveel haar de schipper heeft op zijn gespierde borst en armen. Zelf heeft hij nog geen lichaamshaar, denkt hij. Het maakt de schipper in zijn ogen nog mannelijker. Tegelijkertijd heeft dat lichaamshaar iets aaibaars. Het is een combinatie, die verschillende registers in Thomas jonge brein triggert. Daar waar alle vaderlijke gevoelens samenkomen.
“Kom verder jongen, kom verder”, zegt hij uitnodigend, terwijl hij zijn hand naar het jongetje uitsteekt.

Net als de eerste keer omklemt hij het handje van Thomas met zijn twee grote mannenhanden. Met zijn grote vriendelijke ogen kijkt hij Thomas aan. Dan wordt zijn blik dieper en is het alsof hij probeert gedachten te lezen. Dit gevoel heeft Thomas in ieder geval. Hij krijgt het er warm van. Het is geen onprettig gevoel. In tegendeel. Het is alsof er energie uit de schipper naar hem stroomt en dan weer terug.

Omdat de moeder er niet bij is, permitteert Adrianus zich meer tijd voor het begroetingsritueel met het jongetje. Het gezegde “een goed begin is het halve werk” gaat ook op voor jongetjes, weet hij uit ervaring.

Als hij het gevoel heeft dat het ventje betoverd is door zijn ‘energie’, laat hij het handje langzaam los. De blik in zijn ogen is minder indringend, maar nog immer op die van Thomas gericht. Het is alsof hij nooit knippert, met zijn ogen. Op deze wijze dwingt hij het jochie indirect om hem ook aan te blijven kijken.

Dan knippert hij expres met zijn ogen en vraagt: “Wil je een glaasje fris?”

Thomas reageert niet direct. Zijn ogen zitten nog gevangen in de hypnotiserende blik van de schipper.

“Wil je een glaasje fris, lieve jongen?”, probeert hij het nog een keer.

Nu pas registreert Thomas wat de schipper zegt.

“Ja, alstublieft, schipper”, antwoord hij beleefd.

De schipper schenkt een glaasje fris in en zet dit voor Thomas op tafel. Daarna stelt hij het joch enkele algemene vragen over thuis en school. Thomas stelt de broeder ook enkele vragen over de foto’s die aan de muren hangen. Geboeid luistert hij naar de beeldende wijze waarop de schipper kan vertellen. Wat een avontuurlijk leven heeft hij, denkt Thomas. Zo’n leven lijkt hem ook wel wat.

Dan vindt de schipper het tijd om het uniform te gaan passen. Hij trekt het gordijn aan de rechtermuur open en Thomas ziet dat daarachter een nog grotere kamer is. De slaapkamer van de schipper met een douche en toilet. Op het bed ligt een stapel T-shirts en enkele gele doeken. Naast het bed staat een rieten mand, met korte blauwe corduroy broeken. De schipper gebaart dat hij hem moet volgen.

“Kleed je maar uit en leg je kleren maar op deze stoel”, zegt hij.

En hij draait zich om, zogenaamd om iets te pakken. In werkelijkheid is hij Thomas aan het testen, hoe gemakkelijk het lieverdje uit de kleren gaat en of hij preuts is of niet.
Sinds hun eerste kennismaking enkele maanden geleden, heeft hij de wildste fantasieën gehad, over het toen nog zevenjarige mannetje. Zijn onschuldige donkere pretoogjes, verwachtingsvolle blik en kleine gestalte. Veel van zijn lichaam kan hij dan niet zien, omdat Thomas nogal losse kleren draagt van stevige stof. Wel dat hij een heerlijk rond kontje heeft.

In zijn gedachten heeft hij het jongetje al honderden keren uitgekleed en ieder plekje van zijn lichaam betast en geproefd. Alle hoeken van de kamer en de tafel en het bureau heeft hij hem laten zien. Zijn grote mannenpik in dat ronde strakke jongenskontje. Hoe vaak is hij bij die gedachte wel niet klaargekomen?

Bij de zeeverkenners heeft hij vooral omgang met jongens van twaalf jaar en ouder. Grote knapenpikken, met schaamhaar en liters sperma. Thomas herinnert hem eraan, hoe geil hij kan worden van kleine jongetjes met kleine onbehaarde pikkies.

Met weemoed denkt hij terug aan de jochies van het weeshuis. Sommigen waren nog wel jonger dan Thomas. Hij vraagt zich af hoever hij met Thomas zal kunnen gaan. Wel besluit hij om het voorzichtig aan te pakken. Hij beseft dat hij niet op de missie zit en dat de kerkgangers van deze kerk veel strengere normen en waarden hebben.

Als hij zich weer omdraait, ziet hij dat Thomas zich heeft uitgekleed. In een wit jongensonderbroekje staat hij voor het bed. De verwachtingsvolle blik in zijn ogen vertoont schaamte, maar ook opwinding.

De schipper bekijkt de nieuwbakken waterwelp van top tot teen. Een mooi koppie met korte zwarte haartjes en donkere puppy oogjes. Een smalle borstkas met kleine donkere tepeltjes. Een lief buikje met wat babyvet. Daaronder een wit jongensonderbroekje, met zo’n voorgleuf. Er is maar een klein bobbeltje zichtbaar. Hij heeft waarschijnlijk een klein pikkie, denkt Adrianus verlekkert.

De licht getinte huidskleur van het knaapje accentueert mooi met het witte onderbroekje. Thomas doet hem denken aan de jongetjes van het weeshuis. Iets, wat hem nog aantrekkelijker maakt. Nu wil hij het piemeltje nog in het echt zien en ook dat ronde kontje. En misschien nog wel meer, als het ventje het ook wil. Bij die gedachte voelt hij zijn pik verstijven. Maar goed. Laten we rustig aan beginnen, denkt hij.

“Hier, trek dit T-shirt maar aan”, zegt Adrianus, en hij houdt Thomas een wit T-shirt, met blauwe boord voor.
Op het T-shirt staat op de ene borst een Franse lelie en op de andere het woord Waterwelpen. Thomas trekt het T-shirt aan en zie direct dat het een maat te groot is. De schipper geeft hem een kleinere maat en deze past perfect. Dan laat de schipper zien hoe je een gele vierkanten doek oprolt tot een das, die je om je nek kan dragen. Een ring van gevlochten touw houdt de daseinden bij elkaar.

Ten slotte moet Thomas nog een broek. Omdat dit broeken van de zeeverkenners zijn, heeft de schipper vooral maten voor jongens van twaalf jaar en ouder. Natuurlijk zijn er ook kleinere zeeverkenners. De meesten zijn zo ruim, dat zelfs een riem geen oplossing biedt. Er is ook een hele kleine broek. Die zou kunnen passen. Ware het niet dat Thomas’ onderbroekje van een dikke katoenen stof is. Het lijkt allemaal toeval, maar de schipper heeft het precies zo geplant.

“Heh wat jammer dat geen van de broeken past. Nu moet je zonder broek naar de waterwelpen”, zegt hij zogenaamd teleurgesteld.

Thomas kijkt hem beteuterd aan. Hoe moet hij nu aan een broek komen? denkt hij. Hij kan toch niet zonder broek naar de waterwelpen? Geld om een nieuwe broek te kopen hebben ze niet. Zijn moeder had toch gezegd dat de kerk voor een broek zou zorgen? De conclusie van de schipper heeft hem in verwarring gebracht. Hoe moet hij nou een waterwelp worden zonder broek?
“Weet je, Thomas”, zegt de schipper, “de meeste zeeverkenners dragen een zwembroek of helemaal niets onder hun korte broek. Dat laatste moet je geheim houden hoor. Dit begrijpen veel niet-verkenners en vooral vrouwen niet.”

Thomas laat de woorden van de schipper goed op zich inwerken. Dus hij kan wel een korte broek krijgen, maar dan kan hij hem alleen dragen zonder onderbroekje? Want een zwembroek heeft hij niet. Op zich vindt hij naakt zijn niet zo erg, want dit doet hij soms sowieso stiekem. Maar als hij nu zijn onderbroek moet uittrekken, dat ziet de schipper zijn piemeltje. Deze gedachte vindt hij een beetje eng, maar ook wel spannend. Hij besluit zich af te wenden van de schipper, zodat deze zijn piemeltje niet kan zien als hij van broek verwisseld. Dat hij zo de schipper een perfect uitzicht op zijn mooie kleine ronde kontje geeft, realiseert hij zich niet.

Adrianus kijkt zijn ogen uit als Thomas langzaam zijn witte onderbroekje laat zakken en de ronde billetjes zichtbaar worden. Ze zijn iets lichter getint dan de rest van zijn lijfje. Net als zijn buikje zit er een laagje babyvet op. Dit jochie is aanmerkelijk beter gevoed dan de jongetjes van het weeshuis destijds, denkt de broeder. Wat jongetjes betreft, is Adrianus niet eenkennig. Hij geilt op allen die knuffelbaar (en neukbaar) zijn.

Als Thomas bukt om zijn onderbroekje uit te trekken en de korte broek aan te trekken, wordt ook zijn zakje, met daarin zijn net ingedaalde balletjes, zichtbaar. Zijn jongenskutje blijft aan het oog onttrokken door de malse ronde billetjes. Onder het zakje ziet hij nog net een tuitje van wat de voorhuid van het piemeltje moet zijn. Nu moet hij snel zijn, denkt Adrianus, anders heeft hij straks het jongenspikkie nog niet gezien.

Vlak voordat Thomas de korte broek omhoog wil trekken, vraagt hij hem: “Zou je het leuk vinden om straks samen wat foto’s van zeeverkenners te bekijken. Dan kan je zien wat we allemaal doen. Bij de waterwelpen doen we ongeveer dezelfde dingen”.

Het vooruitzicht om foto’s van echte (grote) zeeverkenners te gaan zien en nog meer sterke verhalen en avonturen van de schipper te horen, doet Thomas helemaal vergeten, dat hij in zij blote kontje staat.

Hij draait zijn bovenlichaam naar de schipper en zegt: “Ja, schipper, dat lijkt me heel leuk”.

Hierbij krijgt de schipper een perfect zij-aanzicht op een drie centimeter lang piemeltje met een mooi tuitje. Het is echt nog een kleuterpikkie, denkt de schipper verlekkert. Wat hij dan nog niet weet is dat dit pielemuisje straks zal uitgroeien tot een smakelijk jongenspikkie van wel zes centimeter. Het valt hem op dat het piemeltje en het zakje donkerder van tint zijn dan de rest van zijn lichaam en dus in schril contrast met zijn ronde lichtere billetjes. Dit vindt Adrianus het geile van getinte jongetjes, dat het lijkt alsof ieder plekje van hun lichaam een andere tint heeft.

Thomas heeft zich weer van de schipper afgewend en knoopt het broekje dicht. Dan draait hij zich helemaal om. De schipper kijkt hem onderzoekend aan. Alsof hij een keuring ondergaat. Dan loopt de schipper om hem heen en blijft voor hem staan.

Hij gaat op zijn hurken en vraagt: “Hoe zit het broekje, Thomas?”

Het broekje zit precies goed. De stof is iets elastischer dan zijn zondagse broek. Zelfs met een zwembroek moet het wel lukken, denkt Thomas. Zijn piemeltje en zakje zitten strak tegen zijn lichaam, maar krijgen wel meer ruimte door de elastische stof. Er is zowaar een bobbeltje te zien. Thomas, is verheugd, dat hij nu een echte blauwe corduroy zeeverkenners korte broek heeft. Hij voelt zich meteen vijf jaar ouder en tien centimeter langer.

“Ik denk wel goed, schipper”, antwoordt hij, glunderend.

“Echte verkenners en waterwelpen dragen het shirt wel in de broek”, zegt de schipper. “Maak je broek eens los, dan zal ik je helpen.”

Thomas twijfelt geen moment aan de intenties van de schipper en maakt de knoopjes van zijn broekje los. De schipper komt iets dichterbij en slaat zijn armen om het jongetje heen en legt zijn handen op zijn onderrug. Dit vindt Thomas wel een beetje vreemd. Waarom stopt de schipper niet gewoon zijn shirtje van voren in zijn broekje? Hij kijkt de schipper vragend aan.

“Zo kan ik er beter bij”, verklaart Adrianus. “Ook al kan ik niets zien, mijn handen kunnen op de tast precies doen, wat ze moeten doen. Vertrouw me maar. Ik heb al heel veel zeeverkenners geholpen met aankleden.”

Als die andere zeeverkenners dit ook doen, dan zal het wel zo horen, denkt Thomas. Hij denkt er verder niet over na en laat de schipper begaan. Adrianus heeft net zijn hand vanachter in het broekje gestoken. Met zijn andere hand heeft hij de broekrand vast. Het is best een lang T-shirt dus hij heeft een alibi, om zijn hand diep in het broekje te steken. Terwijl hij het T-shirt van onder strak trekt, bevoelt hij met zijn vingertoppen de blote billetjes. Dat babyvet valt wel mee, denkt hij, het is gewoon dat zijn billetjes lekker rond zijn. Als appeltjes. Lekker stevig zijn ze ook. Hmmm, denkt Adrianus. Dit kleine jongenskontje wil hij wel eens nader onderzoeken.

Als hij vindt dat hij het niet langer kan rekken, doet hij zijn handen op de smalle heupen en draait het jongetje rond. In tegenstelling tot de achterkant, steekt hij nu twee handen in het broekje. Zogenaamd omdat dit beter is, legt hij aan Thomas uit, maar in werkelijkheid omdat hij dan meer mogelijkheden heeft om ‘per ongeluk’ het piemeltje aan te raken.
Terwijl de ene hand zogenaamd het shirtje naar beneden probeert te trekken, kan de andere hand met de achterkant van de vingers enkele keren het slappe jongenspikkie bevoelen. Het gaat zo snel, dat het onschuldig en toevallig lijkt.

De helpende handen van de schipper met het aankleden en het huidcontact met zijn blote kontje en piemeltje laten Thomas niet onberoerd. Het is lang geleden, dat iemand anders dan hijzelf hem heeft geholpen met aankleden en hem daar heeft aanraakt. Zijn moeder, tot zijn zesde verjaardag. Dan laat hij haar weten, dat hij vanaf dat moment een man is en alleen wil douchen en zichzelf wil aankleden.

Mannenhanden voelen anders dan vrouwenhanden, concludeert Thomas. Steviger en doortastender. De behaarde armen van de schipper voelen zacht aan, als een teddybeer. En dan zijn lichaamsgeur. Een mix van aftershave en geur die Thomas niet kan thuisbrengen, maar die aards en mannelijk ruikt. Niet zo zurig, als de geur van zijn moeder. Het is een opwindende geur die hem bedwelmd en in zijn neus blijft hangen. Normaal als zijn pikkie wordt beroerd, of dit bewust gebeurt of dat hij zich bijvoorbeeld stoot, dan wordt deze altijd meteen stijf. Thomas hoopt zo dat dit nu niet zal gebeuren. Wat zal de schipper wel niet van mij denken, als het gebeurt, denkt, Thomas.

“Zo. Zo is het goed”, zegt de schipper. En met die woorden knoopt hij de gulp het broekje van Thomas dicht.

“Draai eens rond, Thomas”

“Prachtig! Je ziet eruit als een echte waterwelp”.

De complimenterende woorden doen Thomas groeien. Vol trots kijkt hij ‘zijn’ schipper aan.

“Ben ik nu een waterwelp?”, vraagt Thomas. Hij kan het nog bijna niet geloven.

“Nee”, zegt de schipper. “Daarvoor moet je eerst een eed afleggen”.

Stoute Broeder Adrianus – Hoofdstuk 9 (Mb, fondling, mast, mind control, slow)

Dan bedenkt hij zich en voegt eraan toe: “Eigenlijk moet je twee keer een eed afleggen. Een eed ten overstaan van de groep. En een persoonlijke eed aan mij, de leider van de groep. Ben je hiertoe bereid?”

Thomas heeft wel eens gelezen over een eed in een boekje. Dat is een soort afspraak en die mag je nooit verbreken, want dan word je vervloekt, zo kan hij zich herinneren. Als al die andere zeeverkenners een waterwelpen ook twee keer een eed moeten afleggen, dan zal het er wel bij horen. Zich niet realiserend wat het precies inhoudt. Het maakt hem niet uit hoe, als hij maar waterwelp wordt. Hij knikt instemmend.

“Goed. Dan wil ik dat je voor mij komt staan en je wijs, middel en ringvinger van je rechterhand opsteekt”, zegt Adrianus.

Thomas gaat voor de schipper staan en steekt zijn drie vingers op. De schipper corrigeert hem door zijn duim tegen zijn pink aan de duwen. Dit is de officiële groet van de zeeverkenners en waterwelpen, legt bij uit. De schipper frutselt nog even aan zijn T-shirt en broekje, om deze zogenaamd nog even goed te doen. Hij streelt het jongetje even over zijn wang en brengt dan zijn kin omhoog, zodat hij hem recht in de ogen kan aankijken. De vriendelijke blik in zijn ogen worden weer indringender.

Adrianus laat bewust een stilte vallen. Hiermee wil hij het ritueel plechtiger en belangrijker doen lijken dan het is. Thomas hangt aan zijn lippen en kijkt hem verwachtingsvol aan, met grote vragende puppy ogen. De broeder legt een hand op de schouder van de achtjarige.

“Om de eed geldig te laten zijn, moet je precies herhalen wat ik zeg. Ok?”, zegt Adrianus.

Thomas knikt.

“Ik Thomas”, begint de broeder.

“Ik Thomas”, herhaalt het jongetje met zijn schrille stem.

“Verklaar de leider van de waterwelpen in goedertrouw te gehoorzamen”, gaat de broeder verder.

“verklaar de leider van de waterwelpen in goeder”, de rest is Thomas alweer vergeten.

“In goedertrouw te gehoorzamen”, helpt de broeder hem.

“In goedertrouwen te gehoorzamen”, herhaalt Thomas.

“En geheimhouding te betrachten”, gaat de broeder verder.

“En geheimhouding te betrachten”, zegt Thomas bedachtzaam.

Zie je wel. Dit heb ik ook in dat boekje gelezen, denkt Thomas.

“over al mijn contacten met de leider”, zegt Adrianus, terwijl hij zachtjes knijpt in de schouder van het jongetje.

“over al mijn contacten met de leider”, zegt Thomas, zich niet realiserend, wat de schipper hiermee precies bedoeld.

“Als ik deze eed breek, dan zal ik worden verstoten uit de groep”, zegt Adrianus met iets meer nadruk in zijn stem.

De manier waarop de schipper dit zegt en de indringende manier waarop hij Thomas aankijkt, maken best indruk op hem.

“Als ik deze eed breek, dan zal ik worden verstoten uit de groep”, herhaalt Thomas met een nauwelijks hoorbaar stemmetje.

“Wil je iets harder praten, Thomas”, zegt Adrianus. “Het is belangrijk dat je een eed luid uitspreekt”.

Thomas herhaalt de laatste regel nogmaals.

“En het kwade zal zich keren tegen mijn familie en vrienden”, zegt Adrianus op bezwerende wijs.

Thomas kijkt alsof hij het hoort donderen.

“En het kwade zal zich keren tegen mijn familie en vrienden”, zegt hij snel, in de hoop dat dit het laatste was.

“Zo waarlijk helpe mij god allemachtig”, besluit Adrianus.

Dit komt Thomas bekent voor, dus het kost hem geen enkele moeite om het te herhalen.

“Gefeliciteerd, Thomas. Voor mij ben je nu een echte waterwelp”, zegt Adrianus.

Met zijn rechterhand schudt hij het handje van Thomas en met zijn andere hand aait hij hem over zijn bolletje. Het jongetje glimt van trots. Hij ontspant zich. Zo is hij nog een gewone jongen en nu is hij ineens een echte waterwelp in uniform, denkt hij met voldoening. En dit alles heeft hij aan de schipper te danken. Een geheim bewaren kan hij wel. Op zijn jonge leeftijd heeft hij al genoeg dingen die hij aan niemand anders verteld.

“Laten we naar mijn werkkamer gaan”, zegt Adrianus, dan schenk ik nog een glaasje fris in en dan kijken we samen wat foto’s.”

Met zijn hand op de rug van het jongetje en zijn duim en wijsvinger rond de smalle hals, duwt hij de welp met zachte dwang door het gordijn de werkkamer in. Hij schenkt een glaasje fris in en geeft dit aan Thomas. Uit een wandkast pakt hij enkele fotoalbums en dozen en legt ze op het bureau.

Hij gaat achter erachter zitten en zegt: “Kom! Als je tussen mijn benen komt staan, dan kunnen we samen kijken”.

Natuurlijk hebben ze op de bank alle ruimte om breed uit naast elkaar te zitten, maar Adrianus wil het jongetje juist zo dicht mogelijk tegen zich aan hebben. Hij rolt zijn bureaustoel iets naar achteren zodat Thomas tussen zijn benen kan staan. Dan rolt hij zijn stoel weer naar voren zodat het jongetje vastgeklemd zit tussen zijn benen en het bureau.

“Goh, je bent toch langer dan ik dacht. Nu kan ik niets zien”, zegt Adrianus gespeeld. “Als je op mij schoot komt zitten dan kijk ik over je schouder”.

In plaats van Thomas op schoot te trekken, wat hij het liefste zou doen, doet hij niets. Hij wacht tot het jongetje zelf tot de conclusie komt, dat er maar een mogelijke manier is om samen foto’s te kijken. Lang hoeft hij niet te wachten. Gewillig klimt het ventje bij de broeder op schoot. Zogenaamd om hem beter te positioneren, trekt Adrianus het welpje nog iets verder naar zich toe, totdat het ruggetje zijn gespierde borst raakt en het ronde kontje op de bobbel in zijn broek rust.

Helemaal stijf is zijn pik nog niet, maar zijn vleeslul van negentien centimeter is eigenlijk altijd half stijf. Over zijn libido heeft hij niets te klagen. Ondanks zijn dertig jaar, kan hij nog meerdere keren per dag klaarkomen. Geen tien tot vijftien keer per dag. Hij is geen zestien meer. Wel meerdere keren, verdeeld over de dag. Gelukkig maar, want anders zou hij niet normaal kunnen functioneren. Hij weet dat hij seksverslaafd is en dat zijn verslaving nooit te genezen zal zijn. Al op jonge leeftijd heeft hij de keuze gemaakt, om zich eraan over te geven.

En op dit moment zit de broeder met een lekker achtjarig jongetje op schoot. Dat is lang geleden, denkt Adrianus. Dat moet in het weeshuis geweest zijn. Dit is een speciaal welpje, dat voelt hij. Dat voelt zijn pik, die steeds stijver aan het worden is.

Hij pakt een fotoalbum en slaat het open. Op de pagina’s zijn zwart wit foto’s geplakt en daaronder staan begeleidende teksten geschreven. Hij schuift de bureaustoel nog iets naar voren, zodat Thomas’ bovenlijf klem komt te zitten tussen de bureaurand en het bovenlijf van de broeder.

“Wil jij de pagina’s omslaan? Dan vertel ik over de foto’s”, zegt Adrianus.

Terwijl het Thomas bezig is met de albums heeft de broeder zijn handen vrij om deze onder het bureaublad op de benen van het jongetje te leggen.

De foto’s geven een goed beeld van de activiteiten van de zeeverkenners, zoals: zwemmen, zeilen, roeien, kamperen, vuurtje stoken en bouwen met grote houten palen en touwen.
Terwijl de broeder aan het vertellen is, maakt hij met zijn duimen zachte draaiende bewegingen aan de binnenkant van de smalle jongensbenen, net boven de knieën. Het knaapje is zo geboeid aan het luisteren dan hij er geen erg in heeft. Bovendien heeft hij tot dusver alle aanrakingen van de schipper als prettig ervaren. Adrianus steekt zijn neus in het korte haar van het jongetje. Hij ruikt lekker. Een beetje kruidig en kokos? Of is dit alleen maar zijn verbeelding?

Dan zien ze foto’s van dezelfde activiteiten, maar nu zijn alle jongens naakt. Thomas schrikt ervan op. Heh, hoe kan dat nou? vraagt Thomas zich af. Adrianus, geeft het jongetje even de tijd om de beelden op zich in te laten werken. Adrianus legt uit dat scouting is voortgekomen uit de Freie Korper Kultur, of te wel naturisme. Dit betekent, dat zeeverkenners en straks ook de waterwelpen naturisme nastreven, indien mogelijk. Vroeger werd dit heel normaal gevonden, maar de moraal is in de loop der jaren veranderd. In de praktijk zijn de mogelijkheden om naakt te recreëren beperkt tot momenten dat er geen pottenkijkers zijn. Een kamp is hiervoor de ideale omstandigheid. En de schipper probeert dan ook zoveel mogelijk kampen te organiseren, waar hij alleen met ‘zijn jongens’ kan zijn.

Thomas luistert aandachtig toe terwijl hij de pikken op de foto’s vergelijkt. Alle jongens hebben al schaamharen. De jongsten een klein toefje net boven hun knapenpikken. Sommige van de oudsten hebben zelfs al borstharen. Adrianus geeft Thomas alle tijd om van het naakte jongensschoon te genieten. Hij geeft hem zelfs een ander album met alleen maar naaktfoto’s. Dit album bevat ook close up foto’s van jongenspiemels en kontjes. Thomas begrijpt nog niet waarom, maar hij vindt het wel spannend.

“Denk je dat die jongens het fijn vinden om in hun blootje te zwemmen en zeilen, Thomas?” vraagt Adrianus.

“Ja, schipper. Ze lachen veel”, antwoord het jochie scherp.

“Denk je dat jij het prettig zal vinden om in je blootje te zwemmen en zeilen?”, stelt Adrianus als vervolgvraag.

Hier moet Thomas even over nadenken. Thuis loopt hij altijd in zijn blootje, denk hij. Maar dit kan hij toch niet aan de schipper vertellen? Dit is zijn geheim. Behalve de douche op school is hij nooit naakt samen met andere mensen. Hij weet niet zeker of hij dit wel wil. Aan de andere kant. Bij de waterwelpen is hij alleen met jongetjes van zijn leeftijd, net als op school. En op school schaamt hij zich ook niet voor zijn piemel. De jongens op de foto’s hebben duidelijk veel plezier.

“Ik denk het wel, schipper”, zegt Thomas, enigszins schuchter.

Hmm, denkt Adrianus. Tijd voor zwaarder geschut. Hij pakt een zwart album, waar een slotje op zit. De eerste pagina’s bevatten meer foto’s van naakte jongens die verschillende activiteiten ondernemen.

Dan ziet Thomas ineens dat een van de jongens op een foto een stijve piemel heeft. Hij schat dat de tiener vijftien jaar oud is. Zijn piemel is veel groter dan die van Thomas, als die stijf is. Misschien wel twee keer zo groot, denkt hij. Boven de tienerpik loopt een klein streepje schaamhaar naar zijn navel. Thomas voelt zijn eigen piemeltje meteen stijf worden.
Adrianus merkt dat het jongetje geïnteresseerd is en laat het gebeuren. Hij moedigt hem aan om nog meer foto’s te bekijken. Af en toe geeft hij een korte toelichting. Op iedere foto die Thomas ziet, staat minstens een jongen met een stijve pik. Ook zijn er meerdere close ups. Ademloos bekijkt Thomas de soms al grote behaarde tienerpikken. Zijn eigen piemeltje is keihard en heeft zijn volle 6 centimeter bereikt. Al is hier in het strakke korte broekje niet meer van te zien, dan een bobbeltje dat iets groter is dan daarvoor.

De duimen van Adrianus zijn al draaiende van net boven de knie tot op de helft van de zachte dijtjes aangekomen. Uit ervaring weet hij dat hier heel veel zenuwen lopen. Zijn handen zijn op slechts tien centimeter van dat smakelijke jongenspikkie, denkt de broeder verlekkert. Hij wil proberen of hij nog een stap verder kan gaan. Hij pakt een van de dozen en opent het slot met een sleuteltje. Uit de doos haalt hij een stapeltje foto’s, waaruit hij er enkele selecteert. Deze legt hij voor Thomas op het bureau.

Op de foto’s staan jongens tussen twaalf en zestien jaar oud. Allen met hun stijve piemel in de hand. Sommige gezichten hebben een verwrongen blik, alsof ze een soort hemelse pijn ervaren. Uit hun piemels komen witte stralen. Op een foto hebben een jongen van zestien en een van dertien elkaars stijve piemels vast. Vooral die laatste foto windt Thomas op. Hij kan zijn blik er maar niet van afwenden. Iets, dat niet onopgemerkt blijft bij Adrianus.

De hele tijd dat ze samen foto’s kijken, gaat Thomas, in zijn jeugdige enthousiasme, met zijn lekkere kontje heen en weer over de harde bobbel in de broek van de schipper.
Zou het jongetje zich er bewust van zijn? vraagt Adrianus zich af. Plots stopt het geile ventje met bewegen. Hij zit stil voorovergebogen en kijkt gebiologeerd, naar de foto’s met de twee jongetjes. Adrianus legt uit dat kameraadschap de basis is van scouting en dus ook van de waterwelpen. Iedere jongen heeft een maatje, waarmee hij alles deelt en doet, zoals: hiken, knopen, slapen, douchen.

Dan vuurt Thomas heel wat vragen op hem af. Waarom al die jongens een stijve piemel hebben. Waarom sommige jongens zo’n grote hebben. Wat die witte stralen zijn. Waarom die jongens zo pijnlijk kijken.

“Heb jij wel eens een stijf piemeltje?” vraagt Adrianus

“Ja, iedere dag wel”, het jongetje stoer, aangemoedigd door alle stijve piemels die hij zojuist heeft gezien.

“Raak je je piemeltje wel eens aan als die stijf is? vraagt Adrianus door.

Thomas weet niet wat hij moet antwoorden. Moet hij de schipper vertellen over de emmer onder de douche?

“uh, uh,” stamelt hij en hij knikt met zijn hoofdje.

“En is dat een prettig gevoel, Thomas?”

Terwijl Adrianus dit zegt, draaien zijn duimen nog iets richting het jongenspikkie. De pijpjes van het broekje zijn ultrakort. De huid van de jongensdijen voelt zijdezacht aan. Zijn duimen zijn nog maar een centimeter van het pikkie verwijderd.

“uh, uh,” stamelt Thomas nogmaals

“Weet je Thomas, alle mannen en jongetjes vinden het prettig om hun piemel aan te raken. Vooral als deze stijf is. En het is nog prettiger als iemand anders je piemel aanraakt”, fluistert Adrianus in het oor van het knaapje.

“Denk je dat de jongens op die foto het fijn vinden om elkaars piemel aan te raken?”, vraagt hij, terwijl hij met zijn hoofd richting de desbetreffende foto knikt.

“Ze kijken blij”, antwoordt het jongetje. “Net als die andere foto’s”.

“Dat heb je weer goed gezien, lieve jongen”, zegt Adrianus. “Inderdaad, iedere man en jongen wordt blij als zijn kameraad zijn piemel aanraakt”.

Hij laat even een stilte vallen, om zijn woorden goed tot het knaapje door te laten dringen.

“Denk je dat jij het fijn zal vinden, Thomas?”, fluistert hij in het snoepoortje

Hier moet de achtjarige even over nadenken. Hij vindt het zelf wel een lekker gevoel als hij zijn genotsstaafje betast en onder de douche. Maar hij heeft er nooit bij stil gestaan om de piemel van een ander aan te raken, denk hij. En dat een ander zijn pikkie in zijn hand neemt, al helemaal niet.

Aan de andere kant. Net daarvoor, tijdens hij passen, voelt het lekker, als de schipper zijn pielemuis enkele keren met de achterkant van zijn vingers aanraakt. Dan krijgt hij bijna al een stijve. Door al die blootfoto’s met al die piemels en tienerpikken is zijn pretstaafje keihard geworden. Stiekem lijkt het hem wel spannend, als iemand zijn pikkie aanraakt of om een piemel aan te raken. Maar dit kan ik toch niet tegen de schipper zeggen? denkt Thomas.

“Ik weet het niet, schipper”, antwoordt hij, om de vraag te ontwijken. Hopende dat de schipper er niet over door zal gaan.

“Krijg je een stijve piemel, als je naar die twee jongens kijkt?”, zegt hij, terwijl hij zijn duimen aan weerzijden van het harde jongenspikkie in het broekje plaatst.
Er is geen ontkennen aan, denkt Thomas. De schipper kan zijn stijve pikkie voelen. Hij schudt zijn hoofdje bevestigend. Adrianus houdt zijn duimen bijna stil. Heel lichtjes drukken zij naar elkaar, zodat hij het pretstaafje kan voelen. Het piemeltje is keihard, zoals alleen jongenspikkies kunnen zijn. Ondanks dat hij het genotsstaafje niet kan zien, kan hij wel voelen, dat het een stuk gegroeid is. Misschien wel twee keer zo groot, denkt hij verlekkert.

“Als je piemeltje stijf wordt, dan betekend dit dat je het heel leuk vindt om naar te kijken. Zou het kunnen dat je het dat ook leuk vindt om te doen?”, vraagt Adrianus, hopende dat het jongetje zelf tot die conclusie komt.

“Ik weet het niet, schipper”, antwoordt Thomas, waarmee hij nogmaals de vraag probeert te ontwijken.

Hmm, dit gaat moeilijker dan verwacht, denkt Adrianus, laat ik het anders proberen.

“Lieve jongen, zoals ik je net vertelde. Kameraadschap is bij de zeeverkenners het allerbelangrijkste. Voor je maatje doe je alles. Je wast zijn rug onder de douche, doet een pleister op zijn wondjes en helpt hem krabben als hij jeuk heeft. Als jullie samen naakt slapen in een slaapzak, dat houd je je maatje warm. Het zou vreemd zijn als je maatje jeuk aan zijn piemeltje heeft, dat je hem daarbij niet helpt. Of wel?”, zegt hij op bijna vaderlijke toon.

Zonder op een antwoord van de welp te wachten, gaat hij verder: “De waterwelpen zijn het voorportaal van de zeeverkenners. Hier selecteren we alleen de beste jongetjes, waarvan wij denken dat zij echte kameraden zullen worden.”

“Wil jij later een echte zeeverkenner worden? Thomas”, fluistert hij op indringende toon.

Hier hoeft het ventje niet lang over na te denken. Natuurlijk wil hij dat.

“Ja, schipper, heel graag”, antwoordt hij.

“De volgende vraag die ik je stel is heel belangrijk, dus ik wil dat je er goed over nadenkt”, zegt Adrianus. “Ben jij een echte kameraad of wil je leren om er een te worden?”
Omdat Thomas nog niet precies weet wat een kameraad precies doet, kan hij ook niet bepalen of hij er al een is. Hij besluit voor het zekere te gaan.

“Ik wil het graag leren, schipper”, antwoordt hij.

Mooi, denkt Adrianus, dit is precies waar hij het jongetje hebben wil. De onverminderd stijve pik in zijn broek maakt een sprongetje.

“De twee belangrijkste relaties binnen de zeeverkenners, zijn die tussen maatjes onderling en tussen een verkenner en de leider van de groep. Voor dat laatste heb je net zelfs een persoonlijke eed aan mij afgelegd. Ik ben dus bij uitstek de persoon om het jou te leren. Ook al heb je net op god en je familie gezworen, vraag ik je, of je zeker weet dat je dit wilt en dat je er nooit met iemand over zal praten”, zegt Adrianus, waarmee hij de waterwelp voor het blok zet.

Thomas realiseert zich dat dit een breekpunt is. Als hij nu nee zegt, dat wordt hij geen goede kameraad en ook geen echte zeeverkenner. Voor dat laatste is hij tot alles bereid.
“Ja, ik weet het zeker schipper”, zegt hij.

“Goed, dan wil ik dat je vanaf nu precies doet wat ik van je vraag en laat gebeuren, wat er gebeurd ok?”, zegt Adrianus, terwijl hij een duim in de knopengulp van het broekje steekt en direct op het harde jongenspikkie stuit.

Er gaat een siddering door het jongetje heen. Hij doet niet eens meer moeite om antwoord te geven en is compleet in beslag genomen, door het huidcontact van de duim van de schipper, die zacht masserende bewegingen maakt.

Vrijmoedig geworden door de tijdelijke passiviteit van het knulletje, maakt Adrianus de knoopjes van het gulpje los. Het keiharde piemeltje floept naar buiten als een vogeltje uit een kooitje, eindelijk bevrijd uit de beknelling van het broekje. Nu kan de broeder het pretstaafje met twee handen betasten.

Hij schat het op zo’n zes centimeter en is onder de indruk. Zijn woorden over kleuterpikkie neemt hij terug. Het is een dun pikkie met een lang voorhuidje en lief tuitje. Adrianus vindt het altijd zo geil om met het tuitje van een pikkie te spelen, of deze nu stijf staat of niet.

Na het pretstaafje uitgebreid bevoelt te hebben, begint hij het knaapje af te trekken. Tegelijkertijd trekt hij Thomas nog iets dichter naar zich toe, zodat hij nu stevig op zijn stijve lekkende pik zit. Hij steekt zijn neus in het korte donkerbruine haar en snuift de geilmakende jongetjesgeur op. Zo is het goed, denkt hij.

De ademhaling van Thomas wordt dieper en onregelmatiger. Adrianus fluistert hem lieve woordjes in zijn snoepoortjes, waar hij af en toe plagerig in hapt. Hij geeft hem kusjes en likjes. Met de duim en wijsvinger van zijn rechterhand trekt hij het velletje heen en weer en met de vingers van zijn andere hand streelt hij de balletjes. Het jongenskutje daar kan hij jammer genoeg net niet bij. Hij kan het jongetje wel meer kantelen, zodat hij meer ligt, maar dan voelt hij dat geile kontje op zijn stijve mannenpik niet meer.

Thomas weet niet meer waar hij het moet zoeken. Het gevoel van de waterstraal op zijn eikeltje is intens, maar wat de vingers van de schipper doen, overweldigt hem bijna. Dan begint de schipper net onder zijn oren en kaakbeen te likken. Adrianus, doet dit expres, omdat hij weet dat hier veel zenuwbanen lopen. Het geilneefje voelt elektrische schokjes door zijn achtjarige lichaampje stromen. En het gevoel wordt alsmaar intenser, totdat het bijna ondragelijk wordt.

Dan gaat Adrianus, naar de andere kant van het hoofdje en doet hetzelfde. Gulzig likt hij met een puntige tong onderlangs het kaakbeen van het jochie. Hij blijft met een priemende tong ter hoogte van het oortje hangen. Het jochie kreunt. Zijn zakje trekt samen. Het keiharde jongenspikkie pulseert enkele keren tussen de duim en wijsvinger van de schipper. Het jonge lichaampje schiet in een kramp en dan weer en dan weer.

Thomas wil zijn bekken naar voren stoten, maar de stevige greep van de schipper houdt hem op zijn plek. Adrianus wil alle energie, die de achtjarige tijdens zijn prille orgasme ervaart en alle spastische bewegingen die hij maakt, op zijn keiharde mannenpik voelen. Zijn eigen ademhaling is ook dieper en onregelmatiger geworden. De ongecontroleerde bewegingen van het jongenskontje op zijn neukpaal doen zelf hem bijna ook klaarkomen. Maar hij kan zich beheersen. Nu nog niet, denkt hij.

Na een laatste spasme ontspant het jongetje zich en vleit zich tegen de behaarde borst van de schipper. Adrianus zegt even niets en laat het ventje op adem komen. Het piemeltje blijft keihard, maar is nu overgevoelig, weet de broeder, dus hij laat het met rust. In plaats daarvan streelt hij de armpjes, beentjes en het schattige buikje. Ook geeft hij kleine kusjes op het hoofdje. Hijzelf is nog bloedgeil. Zijn stijve pik staat op springen. Tot zover is her goed gegaan, denkt de broeder, maar nu is mijn pik aan de beurt.

Stoute Broeder Adrianus – Hoofdstuk 10 (Mb, roleplay, mast, ass-play, fondling, mind control, sniff)

De ademhaling van het knaapje lijkt weer regelmatiger te zijn.

“Lekker heh”, fluistert Adrianus in het snoepoortje.

“uh, uh,”, antwoord Thomas met een knikje.

“Je hebt een orgasme gehad. Net als die jongens met die verwrongen gezichten op de foto’s. Die witte stralen, dat is sperma. Dat krijgen jongens vanaf hun twaalfde, als ze ook schaamharen krijgen. Je kan er baby’s mee maken, maar je kan er ook andere leuke dingen mee doen”, zegt Adrianus, in het midden latend wat die andere leuke dingen dan zijn.

Dit is wel veel informatie tegelijkertijd voor een achtjarige om te bevatten. Wat een orgasme is begrijpt hij wel. Dit heeft hij wel vaker beleefd onder de douche. Alleen is het nooit zo lekker geweest, als nu wat de schipper met hem deed. Sperma, dat is nog een beetje vaag, maar hij neemt genoegen met de uitleg van de schipper over baby’s en andere leuke dingen. Tot dusver is alles met de schipper leuk geweest.

“Laten we naar de andere kamer gaan, dan zal ik je nog wat dingen leren, die belangrijk zijn om een goede kameraad en echte zeeverkenner te worden”, zegt Adrianus.

Hij gebruikt consequent het woord zeeverkenner en niet waterwelp, omdat dit is wat het jongetje uiteindelijk wil worden. Dit is zijn uiteindelijke doel. Het is inmiddels duidelijk dat Thomas bereid is om alles te doen om zijn doel te bereiken. Iets, waar de perverse broeder maar al te graag gebruik van maakt. Hij schuift de zware bureaustoel naar achteren en laat het ventje staan. Hij staat zelf ook op en dirigeert het jongetje naar de slaapkamer.

“Kleed je maar helemaal uit en ga alvast op het bed liggen. Ik moet even iets pakken”, zegt de broeder

Als hij terug komt, ligt Thomas naakt op zijn rug op het bed. Hij staart met een dromerige blik naar het plafond. Alsof hij aan het nagenieten is van het heftige orgasme dat hij zojuist heeft ervaren. Adrianus heeft in zijn handen een canvasbundeltje, dat bijeengehouden wordt door een riempje, en een potje.

Terwijl hij naar het mooie getinte jongetje op het bed kijkt, trekt hij eerst zijn mouwloze shirt uit en dan zijn sportbroek. Hij heeft nu alleen nog een witte onderbroek aan. Zijn keiharde negentien centimeter lange neuklat vormt een grote tent. Door het gehobbel van het jongenskontje, tijdens het bekijken van de foto’s, hebben zich overal natte plekken gevormd, door het almaar vloeiende voorvocht.

Pas als Adrianus naast Thomas gaat liggen, ontwaakt het jochie uit zijn dromerige staat. Hij schrikt even als hij ziet dat de schipper alleen een onderbroek aan heeft, maar als hij in de liefdevolle ogen van de schipper kijkt, dan is hij gerustgesteld.

Adrianus legt de achtjarige op zijn zijkant en gaat vanachteren tegen hem aan liggen. Zijn hand legt hij op het buikje. Nu hij zij shirt uit heeft gedaan, kan Thomas niet alleen zien, maar ook voelen hoe behaard de schipper is. Thomas vindt het een prettig gevoel. Alsof hij in de armen ligt van een grote teddybeer. De mannelijke lichaamsgeur van de schipper is nog sterker dan tijdens het passen en het bekijken van de foto’s. De geur windt het ventje op.

“Als we op kamp gaan, dan ritsen maatjes hun slaapzakken aan elkaar, zodat we elkaar warm kunnen houden. Dan gaan we zo tegen elkaar liggen en af en toe draaien we op de andere zijde. Als we jeuk op onze rug hebben, dan help een ander met krabben”, zegt de schipper, terwijl hij het ruggetje lichtjes krabt.

“En als we jeuk aan onze piemels hebben, dus ook”, vervolgt hij, terwijl hij zijn met zijn vingers het nu half stijve pikkie betast en met het tuitje van het voorhuidje speelt.

Adrianus weet dat het genotsstaafje nog overgevoelig is, dus hij is heel voorzichtig en stopt er al snel mee. Hij wilde het jongetje alleen maar iets illustreren. Dan draait hij zich op zijn andere zijde en vraagt Thomas hetzelfde te doen. Hij trekt het armpje over zijn middel, tot het handje op zijn buik ligt. Het getinte achtjarige knaapje ligt dicht tegen zijn witte behaarde rug aan, met zijn pielemuis tegen zijn gespierde mannenbillen.

“Stel dat we op kamp zijn en wij zijn bed maatjes en ik zeg je dat ik jeuk op mijn rug heb. Wat doe je dan?” vraagt Adrianus.

Thomas krabbelt met zijn kleine jongensvinger over de grote harige rug van de schipper.

“En als ik je zeg, dat ik jeuk aan mijn piemel heb. Wat doe je dan?” vraagt hij aan het jongetje.

Thomas aarzelt. Wil de schipper echt, dat ik zijn grote mannenpiemel aanraakt? denkt hij. Aan de andere kant, de schipper heeft gezegd, dat alle mannen en jongens het fijn vinden als iemand anders hun piemel aanraakt. Zelf heeft hij ook genoten van de handen van de schipper.

Voorzichtig gaat hij met zijn handje over de onderbuik naar beneden, totdat hij de rand van een onderbroek voelt. Als hij verder gaat, dan voelt hij iets nats en dan een hele grote bobbel, die hard is en zacht tegelijkertijd. Hij knijpt op verschillende plekken om de omtrek van de bobbel te bepalen.

Adrianus geniet van het onderzoekende jongenshandje. Hij heeft expres zijn onderbroek nog even aangelaten, om niet te snel klaar te komen. Waar het er in zin tienerjaren om gaat zo vaak mogelijk een orgasme te bereiken, heeft hij in de loop der jaren geleerd om het te rekken, te ‘edgen’. En het op te sparen tot één of meer gigaorgasmes. Het betekent ook dat hij de hele dag geile gedachten kan hebben en direct paraat staat als er zich een lekker jongetje aanbiedt.

Het handje heeft zijn volle gevoelige ballen gevonden. Hij legt zijn grote hand erop om het handje even op die plek te houden. Dan gaat de broeder op zijn rug liggen, zodat de grote tent in zijn witte onderbroek nu volledig zichtbaar is voor Thomas. Hij plaatst de hand van het knaapje op zijn harde pik.

Het jochie is onder de indruk van de enorm grote tent in de onderbroek. Met de muis van zijn handje wrijft hij onwennig van boven naar beneden. Zijn hoofdje ligt op de behaarde borst van de schipper. Adrianus laat het ventje begaan.

Dan zegt hij: “ik zal je nu leren wat je moet doen met een drenkeling. Dit is een onderdeel van het insigne voor EHBO”.

“Wat is een drenkeling?” vraagt Thomas.

“Dat is iemand die gered wordt uit het water”, antwoordt de broeder. “In het water koelt je lichaam heel snel af en hierdoor kan iemand onderkoelt raken. Het is dus belangrijk om de lichaamstemperatuur van een drenkeling snel te verhogen. Hoe zou jij het lichaam van een drenkeling snel verhogen?” vraagt hij aan de welp.

“Dat is niet zo moeilijk. Ik zou een vuur maken”, antwoordt Thomas, beslist.

“En als het regent en alles nat is en je niets hebt om een vuur te maken?” vraagt Adrianus verder.

“Dan zou ik hem een deken geven” , zegt het ventje, iets minder zeker van zijn zaak.

“En als alle dekens nat zijn geworden door de regen of door de scheepsramp?” vraagt de schipper door. “Welke warmtebron heb je altijd bij je?”

Thomas kijkt de schipper vragend aan.

Dan legt de Adrianus zijn grote mannenhand op de kleine borstkas van het jongetje en zegt met een glimlach: “Jouw lichaam is de beste warmtebron om een drenkeling snel te verwarmen.”
“Stel dat ik een drenkeling ben. Doe eens voor hoe zou je mij zo snel mogelijk zou verwarmen?” vraagt Adrianus aan de nieuwbakken waterwelp.

Thomas denkt even na en gaat hij boven op de grote man liggen. Hij beweegt zijn gladde warme jongenslichaam over het grote behaarde lichaam. Hierbij raakt zijn stijve pielemuis meerdere malen de natte harde bobbel in de onderbroek van de schipper.

Adrianus speelt zijn rol als drenkeling perfect. Houdt zijn armen slap langs zijn lichaam en laat het jongetje begaan. Alsof het een biologisch is bepaald, concentreren de bewegingen zich steeds meer op waar hun onderlichaam samenkomen. Steeds harder wrijft en drukt Thomas zijn piemeltje tegen de harde bobbel van de schipper.
Ahhh, wat heerlijk! denkt de schipper, ik zou zo klaar kunnen komen. Toch hij wil het nog even opsparen en kijken hoe ver hij kan gaan.

“Je doet het heel goed, Thomas. Maar zijn we niets vergeten?” zegt Adrianus plots.

Het ventje stopt met bewegen. Iets wat de schipper ergens wel jammer vindt, maar hij heeft een plan dat nog veel lekkerder is.

Thomas legt zijn kin op de behaarde borst van de man en vraagt: “Wat zijn we dan vergeten, schipper?”

“Nou, stel dat ik in het ijskoude water heb gelegen en al mijn kleren nat en koud zijn. Wat zou je dan als eerste moeten doen?” vraagt Adrianus op serieuze toon.

Hier hoeft het jongetje niet lang over na te denken. “Uw kleren uittrekken”, zegt Thomas beslist.

“En heb jij al mijn kleren uitgetrokken?” vraagt Adrianus.

“Nee, u heeft uw onderbroek nog aan”, antwoordt Thomas.

“Denk je, dat een koude onderbroek goed is om een drenkeling warm te krijgen?” vraagt de schipper hem, iets indringender.

“Nee, schipper, ik denk het niet”, antwoord Thomas.

“Jongen, dit moet je zeker weten. Als je dit niet weet, dan slaag je niet voor het examen en krijg je geen insigne. Dus wat doen we dan?” zegt Adrianus.

De broeder had zelf zijn onderbroek kunnen uittrekken, maar hij wil dat de achtjarige die keuze maakt. Uit zijn jarenlange ervaring met jongetjes weet Adrianus, dat degenen die ervan overtuigd zijn vrijwillig seks te hebben gehad, het meest loyaal zijn en vaak ook het geilst. Hij blijft Thomas liefdevol maar indringend aankijken.

Thomas begrijpt wat de schipper wil, maar aarzelt nog even. Hij heeft met zijn hand en met zijn harde pikkie gevoeld dat de schipper een grote piemel heeft. Misschien wel groter dan die op die foto’s die de schipper hem net heeft laten zien. Maar dat is wel met een onderbroek ertussen. De grote piemel van de schipper zonder onderbroek zien en voelen, vindt Thomas best wel spannend.

Tot dusver heeft hij alles met de schipper fijn gevonden, dus hij aarzelt niet langer en glijdt langs het lichaam van de grote man naar beneden, tot hij op zijn knieën tussen zijn benen zit. Voor zich ziet hij de gespierde buik en benen van de man en daartussen de witte onderbroek. Rond het kruis zitten allemaal natte plekken, in verschillende stadia van droogheid. Tussen de behaarde benen van de schipper zit een grote bobbel en vandaar uit gaat er ook een grote bobbel schuin naar boven, die op zijn heup eindigt.

Nu kan Thomas zich niet meer beheersen en wint zijn nieuwgierigheid het van zijn angst. Met twee handen aan weerzijden van de onderbroek probeert hij deze ineens naar beneden te trekken.
Adrianus heeft het knaapje voortdurend gadegeslagen. De angst, nieuwsgierigheid, bewondering en geilheid in zijn ogen hebben hemzelf heel geil gemaakt. Zijn stijve pik kan bijna niet harder. Hierdoor blijft zijn onderbroek steken, als Thomas hem naar beneden trekt. Met een snelle beweging helpt hij het jongetje. Zijn negentien centimeter lange lat zwiept recht naar boven. Het ventje kan een kreet van bewondering niet onderdrukken. “Wow, “ zegt het lieverdje.

Hij vergeet bijna dat hij de rest van de onderbroek ook moet uittrekken. Adrianus moet hem helpen en doet zijn benen omhoog. Hierdoor krijgt Thomas kort zicht op zijn behaarde ballen en mannenkont. Het jochie vindt het allemaal heel spannend. Zijn 6 centimeter lange pikje is onverminderd hard.

Dan ligt de schipper helemaal naakt. De welp kijkt met bewondering naar het grote gespierde en behaarde lichaam en die grote harde mannenpiemel die schuin naar boven steekt en die grote ballen die eronder hangen. Dan kijkt hij de schipper vragend aan. Zo van. En nu?

“Ik ben een drenkeling en lig dood te gaan van de kou”, zegt de schipper, waarbij hij doet alsof hij rilt van de kou.

Thomas begrijpt de hint en gaat boven op de schipper liggen. Net als daarvoor maakt hij schuivende en duwende bewegingen met zijn onderlijf. Maar nu zit er geen onderbroek tussen. Zowel de man als het jongetje voelen nu alle stijfheid van hun beider geslachten tegen elkaar wrijven. Het zachte buikje van Thomas omsluit de harde mannenpik van Adrianus. De schipper heeft overvloedig voorgeil en dit zorgt voor goede smering.

Hield hij daarnet nog passief zijn handen langs zijn lichaam. Nu kan Adrianus zich niet meer beheersen en gaat hij met beide handen over de smalle onderrug naar beneden naar het ronde jongenskontje. Terwijl het jongetje rustig doorgaat met zijn wrijvende en stotende bewegingen, legt hij op iedere bil losjes een hand. Zijn vingers kunnen op deze manier zonder enige moeite veel van het kontje voelen.

Langzaam begint de schipper de wangetjes van het jongenskontje te kneden. Als het jongetje stoot dan trekt Adrianus hem aan zijn kontje dichter tegen zich aan, om hem extra kracht te geven.

Thomas gaat zo op in het geile spel, dat hij in eerste instantie niet door heeft, dat de man met zijn vingers tussen zijn billen is gegaan. Dan voelt hij ineens een elektrische schokt door zijn lichaam. De schipper heeft met zijn vinger zijn poepgaatje aangeraakt, denkt Thomas. Hij kijkt verschrikt op naar de schipper. Die kijkt met een berustende blik terug.

“Er zijn meerdere manieren om een drenkeling warm te krijgen, jongen. Krijg je het er warm van als ik dit doe?

Tegelijkertijd beroert Adrianus met zijn wijsvinger de rozet van het jochie.

“Huh, Huh”, zegt Thomas en hij schudt bevestigend met zijn hoofdje.

“Nou dan is het toch goed?”, zegt de schipper.

Hij brengt zijn vinger naar zijn mond en dan weer naar het gevoelige aarsknopje van het knaapje. Langzaam maakt hij cirkeltjes met zijn vingertop en drukt af en toe met het puntje op het midden. Het heeft onmiddellijk effect op het geile ventje. Iedere keer als Adrianus op het pretknopje drukt, dan stoot de achtjarige harder met zijn pikje tegen zijn stijve neukpaal.
Tegelijkertijd begint het jongetje zachtjes te kreunen. Iets, waar Adrianus beregeil van wordt. Hij brengt zijn hand naar de mond van Thomas.

“Spuug eens in mijn hand!” fluistert hij opgewonden.

Thomas spuugt zonder er bij na te denken in de hand van de schipper. Die brengt het naar de gleuf in het jongenskontje. Langzaam stroomt het naar beneden over de rozet. Heel lang duurt het niet, want als snel begint Adrianus het jongenskutje met de lengte van zijn hele vinger te beroeren. Steeds duwt hij even met zijn vingertop op het gaatje. Totdat het gaatje plots een stukje opengaat en hij de helft van een vingerkootje naar binnen kon steken.

Het geilneefje krijgt een stuip en stoot zijn bekken naar voren tegen de natte harde paal van Adrianus. Deze haalt zijn vingertop uit het gaatje, masseert het een beetje en duwt hem dan weer naar binnen. Steeds een stukje verder. Dan zit zijn hele vingertop in het jongenskutje. Hij beweegt het kootje en Thomas begint te steunen en te beuken. De schipper weet uit ervaring dat het nu niet lang meer zal duren voordat het jongetje klaar zal komen.

“Waar je ook een drenkeling warm mee kan krijgen, is door aan zijn tepels te knijpen, eraan te zuigen en zachtjes op te bijten”, Hijgt Adrianus.

Het lieverdje kijkt de grote man verrast aan en kijkt dan naar de grote stijve mannentepels. Wil de schipper echt dat hij aan zijn borst zuigt als een baby? Denkt Thomas. Hij pakt iedere tepel tussen zijn kleine wijsvingers en duimen. Hij knijpt erin, zoals de schipper suggereerde en hij trekt eraan. Adrianus kreunt zachtjes als de kleine jongensmond zijn tepel omsluit en er aan begint te zuigen.

“Speel er mee met je tong en bijt er zachtjes in”, spoort de oude geilaard hem aan.

“Ahhh, wat heerlijk”, kreunt de schipper.

Hij heeft nu niet veel meer nodig. De middag heeft een lang en geil verloop gehad. Hij kan op ieder moment klaarkomen. Het jongetje begint nu onregelmatig adem te halen en stevig te beuken. Steeds verwoeder zuigt hij aan de tepels van Adrianus.

Snel verwisselt Adrianus zijn wijsvinger door zijn dikkere middelvinger. Langzaam duwt hij zijn vinger iets dieper en dan weer terug. Iets, wat bij het ventje een kreun van pijn en genot ontlokt. Met zijn andere hand houdt hij de hoofd van het jochie op zijn borst gedrukt. Zijn bekken stoot met volle kracht tegen het smalle bekken van het knaapje. Het overvloedige voorgeil, het warme zachte buikje en het keiharde jongenspikkie geven zijn jeukende mannenpik een ongekende sensatie.

Al deze prikkelingen worden Thomas te veel. Het wordt zwart voor zijn ogen. Zijn jeugdig orgasme veroorzaakt een kortsluiting in zijn lichaam. Zijn maagdelijke aarsje knijpt samen rond de dikke middelvinger van de schipper, terwijl zijn pikje pulseert tegen de grote harde pik van de oude man. Die op zijn beurt ook begint te schokken.
Het gevoel van een knijpend jongensaarsje rond zijn vinger in combinatie met het pulseren van het stijve jongenspikkie op zijn natte harde mannenpik brengen de perverse man naar een hoogtepunt. Hij houdt het knaapje stevig tegen zich aan en duwt zijn middelvinger zo diep mogelijk in het jongenskutje. Dan spuit hij zijn mannenpik leeg tussen hun buiken en bovenlijven. Met een luide kreten van genot komen de broeder en het jongetje klaar.

Dan liggen ze stil en hijgen na. De waterwelp heeft zijn hoofd op de borst van de schipper gelegd. Hij kan de snelle hartkloppingen van de man horen. De dikke middelvinger van de broeder zit nog in het jongensaarsje. Het begint een beetje pijn te doen en dat spul dat heet was toen het uit de piemel van de schipper spoot, wordt ook koud, denkt Thomas.
Alsof Adrianus de gedachten van de zesjarige kan raden zegt hij:” Je moet je zoveel mogelijk ontspannen en je lichaam het werk laten doen. Je gaatje zal de vinger er vanzelf uitpoepen.”
Thomas vindt het wel vreemd dat de schipper het woord ‘poepen’ gebruikt, omdat hij toch niet naar de wc gaat? Toch probeert hij te doen wat de schipper zegt. Langzaam en pijnloos glijdt de vinger van de perverse man uit het knapendarmpje. Dit veroorzaakt direct een zucht van opluchting bij het ventje.

“Rol je maar naar deze kant en blijf even liggen, dan zal ik een washandje halen”, zegt Adrianus tegen Thomas.

Als de broeder opstaat ziet Thomas hoe het hele behaarde mannenlichaam bedekt is met sperma. Het druipt zelfs naar beneden. Zijn eigen onbehaarde lichaam zit ook helemaal onder.
De schipper loopt naar de wastafel en pakt een handdoek. Daarmee droogt hij sporadisch zijn boven- en onderlichaam af. Hij zal toch straks gaan douchen, denkt hij. Dan pakt hij een washandje, doet er wat handzeep op en loopt met de handdoek en de washand terug naar het bed. Liefdevol veegt hij het mannenzaad van het jongenslijfje om daarna alle stoute geurtjes weg te halen met het washandje.

Het is al laat in de middag en Thomas wordt over 10 minuten thuis verwacht. De broeder heeft een kamerjas aangetrokken en verder niets. Hij zit op het bed met een half stijve en nadruppelende paal en kijkt naar het geile jochie, dat zich snel aan het aankleden is. Als het ventje klaar staat om te vertrekken, begeleidt Adrianus hem naar de deur. In plaats van een hand omhelst de schipper het knaapje. Hij drukt het hoofdje tegen zijn borst en duwt zijn bekken tegen de jongensbuik, waartegen hij net is klaargekomen.

“Vind je het fijn, wat we hebben gedaan?” vraagt Adrianus aan Thomas.

“Ja, schipper”, antwoordt het jochie.

“Als je wilt, dan kan ik je volgende week nog meer onderdelen van het EHBO-insigne leren, zou je dat willen?” vraagt de broeder. Wederom, legt hij de keuze bij het jongetje.
Thomas weet niet direct wat hij moet antwoorden. Aan de ene kant heeft hij alles fijn en prettig gevonden met de schipper, maar aan de ander kant vindt hij het wel spannend, wat die andere onderdelen zijn.

“Ik zal het aan mijn moeder vragen”, zegt het jochie.

“Sommige dingen van scouting en vooral kameraadschap, worden door niet-scouts en zeker door vrouwen helemaal niet begrepen. Daarom leggen wij een eed af om deze dingen geheim te houden, begrijp je?” zegt Adrianus op serieuze toon.

“Je moeder zal onze kameraadschap nooit kunnen begrijpen. Zeg haar daarom maar dat ik je les geef in knopen voor je knopeninsigne. Ok?” Hierbij kijkt hij het welpje recht in de ogen.
Thomas voelt de doordringende blik van de schipper en beseft dat het ernst is. Hij knikt bevestigend.

“Kom ga nu. Anders kom je te laat. Ik kan niet met je meelopen in deze kamerjas, maar je vindt de weg naar de uitgang wel heh?” zegt Adrianus dan met een glimlach.
Het jongetje lacht terug en nog een keer houden ze elkaar stevig vast. Dan verdwijnt het ventje door de deuropening.

Zo alleen, maakt de grote hoge hal met religieuze schilderijen nog meer indruk op het knaapje. Buiten springt hij snel op zijn fiets. Tijdens het fietsen merkt hij een brandend en jeukend gevoel tussen zijn jongensbillen. Het is zijn gaatje, waar net nog de dikke middelvinger van de schipper in zat. Als hij eraan terugdenkt, dan wordt zijn piemeltje weer stijf. Hij heeft geen tijd voor ondeugende gedachten nu. Hij moet nu opschieten. Zijn moeder zit te wachten met het avondeten.

Adrianus heeft de deur achter het lieverdje dicht gedaan en is naar het bureau gelopen om de foto’s op te ruimen. Hoewel hij van plan was om snel alles terug te doen in de mappen en dozen, wordt hij overvallen door een gevoel van geilheid over wat er zich die middag allemaal heeft afgespeeld. Hij neemt plaats in de stoel en kijkt naar de laatste foto’s die hij samen met het lekkere achtjarige welpje heeft bekeken.

Bijna vanzelf gaat zijn linkerhand naar zijn neus. Hij heeft het jongetje met zijn rechterhand gewassen. Zij linkerhand ruikt naar binnenste van het lieverdje. Het ruikt aards en ook een tikkeltje kruidig. Net als die jongetjes uit het weeshuis, denkt de perverse broeder. Binnen korte tijd is zijn negentien centimeter lange neukpaal weer keihard.

Verwoed begint hij aan zijn pik te trekken. Onderwijl ruikt en proeft hij het achtjarige jongetje en fantaseert hij over wat hij allemaal met het knaapje zal doen. Als Adrianus in zijn fantasie het aarsje van het achtjarige ventje doorboort, komt hij voor de tweede keer die dag gigantisch klaar. Weer zit zijn hele behaarde borst en buik onder het sperma. Hij staat op en besluit om direct te gaan douchen.

Onder het douchen mijmert hij in zichzelf: “veelbelovend, knaapje die Thomas.” Hoewel hij al twee keer is klaargekomen, blijft zijn leuter half stijf. Loom zeept Adrianus zijn paal en ballen is. Met een vinger gaat hij door zijn bilnaad naar zijn mannenkut.

Als hij twee vingers naar binnen steekt, wordt zijn mannenpik weer met schokjes helemaal stijf. Het duurt nu wel wat langer, maar als hij zijn prostaat blijft beroeren, voelt hij het zaad weer borrelen in zijn ballen.

Ahh, kreunt de broeder als hij voor de derde keer in korte tijd klaarkomt. Er komt lang niet zoveel sperma uit zijn ballen als de eerste twee keren. Die waren zoo intens, dat zijn zak nu een beetje pijn doen.

Na zich te hebben afgedroogd, loopt hij voldaan naar zijn bed. Zijn lichaam is toe aan een korte rustpauze, besluit hij. Op het nachtkastje ziet hij het potje en canvas bundeltje. Voor de volgende keer, denkt hij verlekkerd. Hij gaat liggen op het bed en sluit zijn ogen.

Wat vond je van dit verhaal?

Laat een beoordeling achter!

Gemiddelde beoordeling 4.4 / 5. Aantal stemmen: 17

Nog geen beoordeling. Geef als eerste een waardering!

Jammer dat je dit een slecht verhaal vond!

Help ons verbeteren!

Wat vond je er slecht aan?

3 gedachten aan “Stoute broeder Adrianus – hoofstukken 7-10”

  1. Beste, Dank je wel voor je beoordeling. Wil je zo vriendelijk zijn om aan te geven waarom je het verhaal met 1 ster hebt beoordeeld? Wat had er beter gekund? Alvast bedankt!

    1. Hi.
      Ik heb je reactie toegelaten.
      Het is niet mijn categorie verhaal, maar ik vind het prachtig uitgeschreven.

      Ik begrijp niet waarom iemand de moed heeft om een 1 te geven.

      Groet van Rob

Reacties zijn gesloten.