Hoofdstuk 5: Daar is het nog te vroeg voor
Carola stootte een geïrriteerd gegrom uit toen het geluid van haar telefoon haar uit haar slaap rukte.
“Wekker uit,” mompelde ze slaperig, en begroef haar hoofd weer in haar kussen.
Maar het geluid ging door. Toen pas drong het tot haar door dat dit niet het geluid van de wekker was, maar haar telefoon, met de speciale ringtone voor oproepen van Indra en Stephen.
“Oh, verdomme! Wat nu weer? Hoe laat is het dan? Oké, oproep beantwoorden, alleen stem.”
“Het is vijfentwintig minuten over zes, mevrouw Anser. Beantwoorden. Schakelen naar stem.”
“Sorry dat ik je moet storen, Carola,” hoorde ze Indra’s stem, “maar we hebben weer een nieuw slachtoffer. Er is al een wagen onderweg naar het hotel om je op te halen.”
“Verdomme! Een slachtoffer, op dit tijdstip van de nacht? Daar is het nog te vroeg voor!”
Maar de adrenaline begon te stromen, Carola’s slaperigheid verdween, en ze zwaaide haar benen over de rand van het hotelbed.
“Ik heb wel koffie nodig. Denk je dat …”
“Er staat een verse kop koffie voor je klaar in de wagen. Kan je over vijf minuten bij de deur zijn?”
“Twee is genoeg. Zeg ze dat ze sneller moeten rijden.”