De butler – deel 5

4.5
(8)

Ga naar deel 1 om het verhaal vanaf het begin te lezen.

Het zijn vreemde tijden. Langs de ene kant word ik bezeten door donkere gedachten over de moord die ik ga plegen en alle mogelijke consequenties. Maar langs de andere kant verheug ik me alweer op een nieuwe hete avond met Luna en Lola. Alleen steekt Vanessa daar een stokje voor. Zij wil absoluut ook eens in dat grote bed overnachten. Dit is haar laatste kans, want morgen komt Eva weer thuis.

Helaas gaat zij niet op mijn voorstel in om de nacht samen door te brengen. Zoiets is volgens haar ongehoord met de kinderen zo dicht in de buurt. Ik denk niet dat ze er iets op tegen zouden hebben, en dat ze best wel getuige willen zijn, en wie weet zelfs meer, van ons minnespel. Maar dat zeg ik haar maar niet.

Dus ik hou ’s avonds op mijn computer dan maar beide kamers in het oog. Het wordt even spannend wanneer Luna en Lola ook deze keer het grote ouderlijke bed opzoeken. Gaat Vanessa hen de geheimen van de lesbische liefde bijbrengen? Maar ze praten maar wat en vallen daarna gewoon in slaap.

De volgende ochtend ga ik Eva afhalen in het ziekenhuis. Vanessa heeft een bescheiden feestmaal bereid om haar thuiskomst te vieren. Ik ben fier op haar kookkunsten. Enkele maanden geleden kon ze ternauwernood een ei bakken, nu tovert ze een aangenaam geurende curry tevoorschijn. De kokkin en ik mogen gewoon aanschuiven aan de grote tafel in de eetkamer. We lijken wel een wat vreemd, maar gelukkig gezinnetje. Over De Kloot wordt met geen woord gerept. Maar hij mag dan wel afwezig zijn, toch spookt hij rond in eenieders gedachten.

Ik wacht op een geschikt moment om met Eva over het lot van haar man te praten. Zonder haar goedkeuring doe ik niets. De volgende dag krijg ik de kans. Omdat Eva nog veel moet rusten, stelde Vanessa voor om met de kinderen een dagje aan zee door te brengen. Ik breng hen naar het station en keer dan zenuwachtig terug naar het kasteel. Wat als ze terugkrabbelt? Dan vrees ik voor haar leven en kan ik niets voor haar doen. Ik klop op haar slaapkamerdeur en hoor haar ‘Binnen!’ roepen.

‘Mevrouw,’ begin ik. ‘Mag ik even met u praten?’

Ze ligt in haar bed en draagt opnieuw haar onweerstaanbaar nachtkleedje. Omdat het nog steeds warm is, heeft ze deken en laken van haar afgegooid. Mijn blik glijdt vluchtig langs haar boezem die zachtjes op en neer deint. Maar als ik haar blote armen en benen zie, bevlekt met een plejade aan blauwe plekken, keert mijn woede tegenover De Kloot weer in zulk een hevigheid terug dat al mijn twijfels over de daad die ik wil plegen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ik plaats de zetel die in de hoek staat naast het bed en ga erin zitten.

‘Mevrouw,’ zeg ik. ‘We moeten het over uw man hebben.’

‘Alsjeblieft, noem me Eva,’ antwoordt ze. ‘Ik voel me ongemakkelijk, en oud, met dat ‘mevrouw’. We kennen elkaar nu toch al een hele tijd. Je mag dan wel de butler zijn, maar ik zie je als een vriend.’

‘Zoals u wenst,’ reageer ik.

‘En vergeet die ‘u’ ook maar,’ lacht ze.

Ik kijk haar vertederd aan. Die oprechte glimlach op haar gezicht, voor het eerst sinds lang, doet me goed.

‘Eva, wat ik nu ga zeggen, zal u, euh, je misschien choqueren,’ zeg ik. ‘Ik had je beloofd je te helpen met je scheiding. Maar ik vrees dat dit geen oplossing is. Je hebt aan den lijve ondervonden hoe gewelddadig hij kan reageren. Uiteraard kunnen we hem aanklagen. Maar de politie of het gerecht kan niet voor een oplossing op lange termijn zorgen. Ze kunnen hem veroordelen voor partnergeweld en zelfs voor poging tot doodslag, met enkele jaren achter de tralies als gevolg. Maar vroeg of laat komt hij vrij en neemt hij, ondanks het contactverbod, wraak. En zelfs al doet hij dit niet, dan leef je de rest van je leven in angst omdat hij misschien toch eens op een dag voor je deur zal staan.’

Met een bijl in de hand. Dit laatste zeg ik maar niet luidop, maar mijn verbeelding gaat altijd uit van het ergste.

‘Maar… maar wat moet ik dan doen?’ vraagt Eva bezorgd. Haar betoverende glimlach is weer helemaal verdwenen.

‘Ik ga je nu in alle openheid een aantal dingen vertellen. Zaken die belangrijk zijn om te weten.’

En ik breng haar op de hoogte van de ontdekkingen van de privédetective, over het aanstaande bankroet van haar man, zelfs over hoe hij Vanessa behandelde.

‘Vergeet ook niet dat hij je niet eens opzocht of belde terwijl je in het ziekenhuis lag, om te horen hoe het me je ging,’ sluit ik af.

Er glijdt een traan over haar wang. Haar handen heeft ze gebald als vuisten.

‘En… en wat is jouw conclusie?’ vraagt ze na een tijdje, nadat ze alles wat heeft laten bezinken.

Ik kijk haar ernstig aan. ‘Het spijt me om dit te zeggen, maar de enige oplossing die ik zie, is dat hij sterft.’

Half verwacht ik dat ze begint te roepen en te tieren, me uitfoeterend voor vuile, gewetenloze moordenaar, me de laan uitstuurt. Maar ze knikt alleen maar.

‘Hoe?’ vraagt ze dan simpelweg.

Ik leg haar mijn plan uit. ‘Als het mislukt en de politie komt erachter dat zijn Lamborghini gesaboteerd werd, dan blijf jij uiteraard buiten schot. Ik neem de volledige verantwoordelijkheid op me,’ zeg ik ridderlijk.

‘Nee, dat moet je niet doen!’ roept ze verschrikt uit. ‘Je zal voor de rest van je leven in de gevangenis belanden.’

‘Dat is dan maar zo. Jij hebt je hele leven nog voor je. En de kinderen. Ik vraag je dan alleen om me af en toe te komen bezoeken. Maar ik denk niet dat het mis zal gaan. Ik doe het zeker niet voor mijn plezier, maar het is jouw leven of dat van Gilbert. En dan is de keuze snel gemaakt.’

De tranen stromen nu rijkelijk over haar gezicht.

‘Ik… ik kan niet geloven dat iemand zijn leven wilt opofferen voor mij,’ jammert ze. ‘Ik had mijn geloof in alle mannen al helemaal verloren, en dan blijkt de butler een koene sprookjesprins te zijn. Kom hier, James!’ Ze strekt haar arm uit.

‘Mevrouw, ik bedoel, Eva?’ reageer ik, niet begrijpend wat ze bedoelt.

‘Kom naast me liggen, sufferd,’ antwoordt ze, met weer die glimlach.

‘Euh, goed dan,’ zeg ik, nog steeds verward. ‘Wel eerst even mijn schoenen uittrekken.’

Daarna ga ik wat aarzelend naast haar liggen. Ze wrijft over mijn borstkas.

‘Je hebt mijn zegen,’ fluistert ze. ‘Er is in deze wereld geen plaats voor Gilbert.’

Opeens verschijnt haar hoofd boven me. En geeft ze me een kus op mijn mond. En dan nog een. En plots liggen we koortsig te tongzoenen. Ze is nu helemaal op me komen liggen. Ik voel haar grote borsten en priemende tepels tegen mijn bovenlichaam drukken. Zelf wrijf ik over haar rug, over de dunne zijden stof van haar nachtjapon.

‘Neuk me, James!’ hoor ik dan.

Uiteraard droom ik. Of Eva hallucineert, nog niet helemaal hersteld van haar hersenschudding. Iemand als zij kan zoiets toch niet bij haar volle verstand menen? Ik, een butler op leeftijd. Met Vanessa, tot daar aan toe. Zij is gewoon een hete stoeipoes. Maar een fatsoenlijke, getrouwde vrouw als Eva, bovendien moeder van twee kinderen?

‘Oh, James, ik ben zo eenzaam geweest de voorbije maanden,’ fluistert ze dan in mijn oor. ‘Ik wil bemind worden, gelikt worden, gepenetreerd worden.’

Natuurlijk, als ze blijft aandringen… Ze rolt van me af en ligt nu op haar rug naast me op dat onmetelijke bed. Ze schuift de bandjes van haar nachtkleedje over haar schouders en trekt het delicate kledingstuk naar beneden, zodat ik opeens haar bevallige blote borsten aanschouw. Nu kan ik ze beter vergelijken met die van Vanessa. Die van Eva zijn meer peervormig, terwijl die van onze kokkin ronder zijn. Niet dat de omvang veel uitmaakt voor mij. De ontluikende tietjes van Luna en Lola zijn me even lief.

Maar het grootste verschil zijn de tepels. Die van haar zijn zeker dubbel zo lang als die van Vanessa. En ze staan recht omhoog. Ze smeken gewoon om aan gezogen te worden. Ik ga op haar liggen en tongzoen haar nog een minuutje. Dan kus ik me een weg naar beneden, via haar kin en hals tot ik aan de voet van het hooggebergte ben beland. Ik lik over haar borsten en proef de wat zoutige smaak van haar zachte huid. Mijn tong verkent nog even de omtrek van de eerste tepel die hij tegenkomt en al snel begin ik eraan te sabbelen.

Ondertussen wrijf ik met mijn duim en wijsvinger over de andere stijve tepel, er af en toe teder aan trekkend. Ik hoor Eva stil kreunen, de ogen gesloten, haar mond lichtjes geopend. Om beurten zuig ik aan de twee stevige knoppen, terwijl ik geregeld ook gretig in de elastische vleesmassa van haar borsten knijp.

Dan gaat mijn tong verder op verkenningstocht. Ondertussen trek ik haar nachtjapon stelselmatig meer naar beneden, steeds meer van haar naakte lichaam onthullend. Ik lik even aan haar navel en daal almaar verder af. De geur wordt gestaag scherper. Ik moet even wat harder aan het stof van haar kledingstuk trekken, omdat het afgeremd wordt door de verbreding van haar heupen.

En dan zie ik haar paradijs. Het is een spectaculair zicht. Eva heeft de voorbije dagen geen gelegenheid gehad om zich van onderen te scheren, zodat haar poesje bedekt is met een dun vachtje dons. Haar klit moet niet onderdoen voor haar tepels en steekt naar voren als een hele kleine piemel. Ook haar schaamlippen zijn bovenmaats. Mocht het hier tochten, dan zouden ze flapperen in de wind. Ik bewonder dit alles ademloos, maar raak nog niets aan. Dan schuif ik het nachtkleedje helemaal naar beneden, over haar voeten en gooi het slordig, een butler onwaardig, op de vloer.

Mijn hoofd bevindt zich nu bij haar tenen, maar ik ben helemaal geen voetenfetichist. Dus ik kus en lik me weer beenopwaarts. Ik hoor Eva smachtend zuchten wanneer ik de binnenkant van haar dijen streel en met mijn tong beroer. Dan beweeg ik me tergend traag naar haar schaamstreek. Een benaming die bij Eva totaal niet past. Op zulk een kut kan je niet anders dan fier zijn. Ik plaag haar nog even door met opzet rond haar schaamlippen en klit te likken, zonder ze te bevoelen. Eva masseert zachtjes kreunend haar borsten, de ogen nog steeds gesloten, volop genietend van mijn aanrakingen. Dan lik ik even aan haar stevige clitoris en het lijkt alsof er een elektrische schok door haar heen gaat.

‘Oh, James, ja!’ kermt ze. ‘Lik me daar. Alsjeblieft!’

Ik wentel mijn tong rond het knopje, neem hem soms even in mijn mond om eraan te zuigen. Eva houdt het niet meer. Ze kreunt steeds harder, kneedt almaar driftiger haar tieten, doet haar lichaam heviger en heviger kronkelen.

Met twee vingers sper ik de vlindervleugelachtige schaamlippen uit elkaar en kijk in haar roze grotje waarin het vocht glinstert. Dan begin ik haar kut te likken. Gretig proef ik van haar sappen. Mijn tong priemt zich diep in haar stomende en sijpelende spleet. Dan keert hij tevreden terug naar de hunkerende klit.

Ik steek nu mijn middelvinger in haar verschroeiende vagina en begin hem in en uit te bewegen. Steeds meer geil gutst uit haar gleuf. Opeens begint Eva nog harder te kreunen. Ze kromt haar rug en duwt smachtend haar bekken naar omhoog. Dan komt ze met een langgerekte schreeuw klaar. Lange tijd blijft ze nahijgen. Wanneer ik weer naast haar ga liggen, kijkt ze me dankbaar aan.

‘Oh, James, hier was ik zo aan toe,’ zegt ze uiteindelijk, nog steeds naar adem happend. ‘Ik kan me niet eens meer herinneren wanneer ik voor het laatst ben klaargekomen zonder daar zelf voor te zorgen.’

‘En Gilbert dan?’

‘Och, zijn idee van voorspel is dertig seconden aan mijn tepels zuigen en dan steekt hij zijn spel in mijn aars en enkele minuten later spuit hij zijn goedje erin,’ antwoordt ze geërgerd. Ik had zijn naam niet mogen noemen. Weg sfeer!

‘In jouw aars?’ vraag ik verrast. ‘Hoe ben je dan ooit zwanger geraakt?’

Eva lacht gelukkig weer. ‘Vroeger natuurlijk ook vaginaal, maar nadat we de tweeling kregen, vond hij dit genoeg. Om geen risico’s te nemen, neemt hij me sindsdien enkel anaal, want meneer houdt niet van condooms. Als ik hem dan fijntjes wijs op het feit dat ik de pil neem, zegt hij dat hij dit niet vertrouwt. Op zich heb ik niets tegen anale seks, maar een orgasme krijg ik daar niet van. Jij wil me toch in mijn kut neuken?’

‘Met alle plezier,’ antwoord ik oprecht.

‘Trek die malle kleren dan maar eerst uit,’ zegt ze.

Weer iemand die mijn fraaie tenue niet kan waarderen. Maar als deze criticasters me daarna hitsig afzuigen, dan bedek ik dit allemaal met de mantel der liefde. Eva kijkt goedkeurend naar mijn naakte lijf. Onbeschaamd keurt ze mijn pik, die al fier overeind staat.

‘Je ziet er zoveel fitter uit dan mijn man,’ zucht ze. ‘In het begin ging dat nog, maar nadat we getrouwd waren, deed hij geen enkele moeite meer om ook maar iets van beweging te hebben. Blij nog een keer iemand te zien zonder bierbuik. Kom maar terug op bed liggen.’

Zodra ik dit gedaan heb, kruipt ze omgekeerd op me, haar hoofd bij mijn verlangende pik, dat van mij recht onder haar fluwelen poes. Spinnend begint ze me te pijpen. Terwijl ze liefdevol in mijn strakke ballen knijpt, slaat haar tong geen enkel deeltje van mijn lul over. Ik voel hoe ze hem steeds dieper in haar mond neemt, onderwijl hard zuigend. Ik bedenk plots dat ik nu door alle vrouwen in dit huis ben afgezogen: Vanessa, Luna, Lola en nu Eva. Butler worden, ik kan het iedereen aanbevelen. Zelf lik ik opnieuw haar kut, terwijl ik met beide handen haar zachte billen vastgrijp. Ik zuig aan haar flapperende schaamlippen en verwen nogmaals haar kloeke klit.

Dan richt Eva zich op. Ze draait zich om, met haar verhitte gezicht naar mij gekeerd. Langzaam laat ze zich op mijn pik zakken die ze met een hand vasthoudt. Ik voel mijn eikel langs de zachte schaamlippen glijden en vervolgens in de verschroeiende vochtigheid van haar vagina. Al snel zit mijn ganse paal in de krachtige omknelling van haar kut. Dan begint ze me te berijden. Stelselmatig drijft ze het tempo op. Haar bezwete borsten deinen geil mee op het helse ritme. Eigenlijk zou ik dit moeten filmen om het later te kunnen afspelen in slowmotion.

Maar dan concentreer ik me weer op het hier en nu en ik geniet van elke seconde ervan. Kreunend laat Eva haar romige dijen op die van mij kletsen, het moment waarop mijn pik het diepst in haar kut is doorgedrongen. Dan richt ze zich weer enkele centimeters op, om zich daarna weer te laten vallen. Ik zie het zweet in stroompjes van haar glanzende lichaam glijden. Ze ademt steeds sneller en luider, maar niet alleen van genot blijkbaar. Want na enkele minuten blijft ze uitgeput zitten, mijn paal diep in haar kut geparkeerd.

‘Sorry, maar ik ben helemaal niet in conditie,’ hijgt ze. ‘Ik ben nog maar net ontslagen uit het ziekenhuis, weet je.’

‘Je hoeft je niet te excuseren, hoor. Ik zal nu wel het harde werk voor mijn rekening nemen.’

Eva glijdt van me af en stapt uit het bed. Even ben ik bang dat het voor haar genoeg is geweest, maar ze buigt zich lenig voorover, met haar hoofd en armen op het bed steunend. Haar ronde kont steekt uitdagend naar achter. In een wip sta ik achter haar. Ik kus nog even haar beide betoverende billen en steek dan mijn pik, glimmend van haar geil, tussen haar wapperende schaamlippen. Rustig begin ik haar te neuken, niet zeker hoeveel ze, na zoveel dagen ziekbed, kan hebben.

‘Neuk me harder, James!’ maant ze me evenwel aan. ‘Met mijn kut is niets mis.’

Dus ik drijf mijn tempo op en stoot mijn paal steeds krachtiger in haar sappige spleet. Ondertussen kneed ik krachtig haar bevallige billen.

‘Oh, ja, dat is het!’ kermt Eva. ‘Neuk me, James. Ram je pik diep in me.’

Mijn geneuk begint steeds meer soppende geluiden te maken. Telkens ik mijn bekken naar achter duw, zie ik een deel van pik, glinsterend van haar sappen.

‘Wil je een verdieping hoger gaan?’ vraagt Eva na een tijdje.

Ik sper haar billen open en kijk naar haar strakke kontgaatje. Ik bevochtig het met wat speeksel en probeer dan mijn glibberige pik naar binnen te stoten. Eva kermt een beetje wanneer ze mijn paal naar binnen voelt gaan. De sluitspier omklemt mijn paal als een krachtig dichtgeknepen vuist.

Dan begin ik weer op en neer te bewegen. Wat een geweldig gevoel! Eva heeft een arm onder haar lichaam gestoken en wrijft hitsig over haar klit terwijl ik mijn pik steeds harder in haar aars beuk. Ze houdt zich niet meer in en kreunt nu luid schreeuwend. Gelukkig zijn we alleen thuis. Het moet tot in de keuken te horen zijn. Dan begint haar lichaam hevig te schokken en met een langgerekt ‘Jaaaa!!’ komt ze voor de tweede keer klaar.

Ook ik voel mijn orgasme naderen. Mijn ballen trekken samen en mijn pik lijkt nog stijver te worden.

‘Oh, Eva,’ waarschuw ik haar. ‘Ik hou het niet meer.’

‘Kom op mijn gezicht,’ antwoordt ze buiten adem, nog steeds bekomend van haar eigen orgasme.

Ik haal mijn pik uit haar warme aars en ruk eraan terwijl Eva op haar knieën voor me komt zitten. Dan begin ik kermend te spuiten. Dikke kwakken sperma schieten aan een hoge snelheid uit mijn pulserende pik en belanden op het verhitte gezicht van Eva. Eerst op haar neus en wangen, daarna in haar mond die ze hongerig heeft geopend. Ze slaakt een gilletje, blijkbaar verrast van de hoeveelheid zaad waarop ik haar trakteer. Gulzig steekt ze mijn druipende lul in haar mond tot hij helemaal gekrompen is. Dan slikt ze mijn zaad door, terwijl ze me dankbaar in de ogen kijkt.

‘Oh, wat heb ik die smaak lang gemist,’ zegt ze uiteindelijk, terwijl ze rechtstaat. ‘Echt een delicatesse.’

‘Tot uw dienst, mevrouw,’ antwoord ik met een knipoog en ze proest het uit.

‘Bedankt, James!’ zegt ze daarna ernstig. ‘Je geeft me het gevoel dat ik nog leef. Alsjeblieft, zorg ervoor dat Gilbert verdwijnt. Doe het niet voor mij, maar voor Luna en Lola. Zij hebben hun moeder nodig en Gilbert wil hen dit van hun afpakken. Dit kan ik niet verdragen.’

Ik knik, raap mijn kleren bij elkaar en verlaat de slaapkamer.

***

De volgende dag belt de blonde politieagente me op in verband met de ziekenhuisopname van Eva. Ze willen toch nog eens met De Kloot praten om officieel zijn versie van de feiten te horen. Zo kunnen ze het dossier afsluiten of, indien nodig, verdere stappen ondernemen. Ze hebben hem zelf proberen te bereiken, maar hij neemt zijn telefoon niet op. Ik beloof haar dat ik hem de boodschap zal doorgeven zodra hij weer thuis is.

En dat blijkt vanmiddag te zijn. Hij is duidelijk goedgezind. Ik vraag hem beleefd hoe de zakenreis is verlopen, wat angstig omdat ik vrees dat hij al zijn geld al heeft geïnvesteerd in het project waarvoor Vergeylen hem heeft warm gemaakt.

‘Excellent,’ antwoordt hij glunderend. ‘Ik sta dicht bij de ondertekening van een uiterst lucratieve overeenkomst. Gewoon nog een kwestie van dagen. Hier alles in orde?’

Ik vertel hem dat Eva terug thuis is en het naar omstandigheden goed stelt.

‘Fijn om te horen,’ antwoordt hij. ‘Ik neem aan dat ze nog moet rusten. Ik zal de komende nachten hier beneden in de zetel slapen om haar niet te storen.’

Zou hij dan toch een greintje schuldbesef hebben? Of vreest hij dat zijn vrouw hem ’s nachts zal doodsteken met een ijspriem?

‘Ze heeft tijdens mijn afwezigheid toch geen bezoek gehad?’ vraagt hij dan.

‘Bezoek?’ reageer ik verbaasd. ‘Neen, helemaal niet.’ Behalve van mij dan, denk ik geamuseerd.

‘Laat je me het onmiddellijk weten als dat toch gebeurt?’ vraagt hij. ‘Want haar familie en zogenaamde vrienden zijn natuurlijk alleen maar uit op mijn geld, dus ik wil dat ze hier wegblijven. Bovendien wil ik haar een beetje straffen, na wat ze me heeft aangedaan. Waarom zou ik haar in hemelsnaam van de trap duwen? Dat is gewoon absurd.’ Dat van dat schuldbesef neem ik alweer terug.

‘Nu u er zelf over begint, de politie heeft nog naar u gevraagd,’ zeg ik. ‘Ze willen dat u even op het politiebureau langskomt. Gewoon routine, zodat ze het kunnen afsluiten.’

Hij knikt nerveus. ‘Goed, ik zal onmiddellijk gaan. Maar haal je eerst mijn bagage uit de auto?’

Een kwartier later rijdt hij weg. Even ben ik bang dat ze hem niet geloven en hem arresteren. Maar na minder dan een uur is hij alweer terug. Hij ziet er duidelijk opgelucht uit, dus ze hebben hem blijkbaar op zijn woord geloofd.

De tijd dringt. Elk moment kan hij een telefoontje krijgen van Vergeylen om zijn geld te pompen in dat project. Dus hoogtijd om zijn Lamborghini te saboteren. Ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest. Uiteraard mag ik niet betrapt worden, dus ik besluit het ’s avonds laat te doen.

***

Het is 23 uur en De Kloot ligt al onder een deken in de comfortabele zetel luidruchtig te ronken. Stilletjes sluip ik naar de grote garage. Het gebouw heeft geen ramen en ligt bovendien wat verborgen achter een aantal bomen en struiken. Dus mocht De Kloot toevallig toch eens vanuit de woonkamer naar buiten kijken, dan zal hij niet merken dat er licht in de garage brandt. Het is een breed gebouw met plaats voor drie auto’s: mijn versleten Volvo, de gezinswagen en dan de Italiaanse bolide. Ik ken wel wat van auto’s, maar niet noodzakelijk van Lamborghini’s. Dus ik deed wat opzoekwerk. Uiteraard niet op mijn eigen computer, maar uit veiligheidsoverwegingen op een pc van de stadsbibliotheek.

Op zich ben ik niet zo’n autofreak. Ik ben niet geabonneerd op autotijdschriften en kijk niet naar tv-programma’s rond dat onderwerp. Dit komt vooral omdat ik de voertuigen van nu zo saai vind. Vroeger hadden ze toch meer een smoel en was er veel aandacht voor design. Nu lijken auto’s eigenlijk allemaal op elkaar en zijn ze puur functioneel. Oké, ze zijn vandaag heel wat veiliger, stiller en minder vervuilend dan toen. En wellicht ook goedkoper, maar ik ben geen fan. De Lamborghini van De Kloot is uiteraard een uitzondering, dat moet ik hem nageven, maar niet iedereen kan zich zulk een duur voertuig veroorloven.

Met het gereedschap in mijn hand stap ik gedecideerd naar de knalgele wagen. Maar op een meter afstand blijf ik plots stokstijf staan. Het is alsof een onzichtbare muur me tegenhoudt. Het is echter mijn lichaam dat weigert de laatste stap te zetten. Opnieuw word ik overmand door twijfels. Wat ben ik in hemelsnaam van plan? Ik ben toch geen moordenaar? Maar ik heb het Eva beloofd en ze rekent op me. Ik moet het doen voor de tweeling, probeer ik mezelf weer moed in te praten.

Ik doe nog een inspanning, maar mijn benen weigeren dienst. Verdorie, wat ben ik toch een angsthaas. Allerlei dingen beloven met mijn grote mond, er ook nog voor beloond worden met een stomende stoeipartij, maar het uiteindelijk laten afweten. Misschien moet ik me eerst wat moed gaan indrinken. Ja, dat is een goed idee.

‘Wat doe je hier?’ klinkt het plots luid door de garage.

Ik maak een sprongetje van het verschieten en laat de ijzerzaag kletterend op de stenen vloer vallen. Dan draai ik me om. Daar staat De Kloot me geamuseerd aan te kijken.

‘Nu heb ik je mooi doen schrikken, hé?’ lacht hij. ‘Je regeerde alsof je iets op je geweten hebt.’

Ik heb zin om hem hier en nu te vermoorden met een kruisschroevendraaier. Hij bezorgde me bijna een hartstilstand.

‘Ik… ik kon niet slapen en wou net wat aan mijn Volvo sleutelen,’ stamel ik. ‘Hij heeft weer wat kuren. En ondertussen bewonderde ik nog eens uw Lamborghini.’

Hij kijkt mijn erfstuk minachtend aan. ‘Ik zal een nieuwe auto voor je kopen,’ antwoordt hij. ‘Een mooie dienstwagen. Die van jou is rijp voor de sloop. Denk al maar eens na over wat voor iets je wenst. Naar de prijs hoef je niet te kijken. Maar wel liefst geen Ferrari, of zo.’

‘Gaat u nog zo laat op pad?’ vraag ik.

‘Ja, ik ga nu de slag van mijn leven slaan. Ze belden me net op. Ik hou er niet van wakker gemaakt te worden, maar als het om massa’s geld gaat, dan mag je niet klagen natuurlijk. Morgen, wanneer ik terug ben, zullen we dit gepast vieren. Open je de garagepoort?’

Hij stapt in zijn wagen en start de motor, terwijl ik doe wat hij me vroeg. Dan rijdt hij weg. Mijn hart bonst als een bezetene. Als ik niet overmand was door twijfels, dan had hij me betrapt terwijl ik languit onder zijn auto de remmen onklaar aan het maken was. Hier kom ik goed weg. Maar ik besef tegelijk ook dat alles om zeep is. De Kloot is op weg naar zijn bankroet, waardoor de toekomst van Eva en de kinderen er niet bepaald rooskleurig uitziet. Kortom, ik heb jammerlijk gefaald.

’s Nachts doe ik geen oog dicht en pieker ik me suf over hoe het nu verder moet. Dan maar scheiden zonder geld en kasteel. Misschien kan Eva en de tweeling een nieuwe identiteit aannemen zodat De Kloot hen onmogelijk kan vinden. Maar zo eenvoudig gaat dit natuurlijk allemaal niet. Uiteindelijk val ik toch in slaap, maar word gewekt omdat er aan de poort gebeld wordt. Ik kijk op mijn horloge. Al zeven uur, ik heb me overslapen. Vanessa werkt vandaag niet, dus ik trek vliegensvlug mijn kleren aan en snel naar de intercom. Ondertussen belt de ongeduldige vroege bezoeker nog een keer.

Het blijken opnieuw de blonde politieagente en haar besnorde collega te zijn die voor de poort staan. Ik beleef een déjà vu. Ze willen niets zeggen vooraleer ook Eva erbij is gekomen. Gaat dit nog steeds om het onderzoek naar de val van de trap, vraag ik me af, terwijl ik de trap beklim, op weg naar haar slaapkamer om haar te wekken. Op dit ongoddelijke uur? Nog slaapdronken, gekleed in een stoffen badjas, ontvangt Eva de agenten in de woonkamer.

‘Mevrouw De Cloedt, het spijt me om u mee te delen dat ik slecht nieuws heb,’ zegt de blondine met een zachte stem. ‘Uw man is vanmorgen dood aangetroffen in zijn wagen.’

Eva doet haar best om me niet dankbaar aan te kijken en speelt haar rol perfect. Haar gezicht straalt ongeloof uit. Ze zou een gevierde filmactrice kunnen zijn. Maar ik sta perplex.

‘Hoe… wat…?’ stamelt Eva en ze neemt me de woorden uit de mond.

‘Helaas kunnen we nog geen bijzonderheden geven,’ antwoordt de man met de snor. ‘Het onderzoek loopt nog. Zodra we meer nieuws hebben, laten we u dit weten.’

Eva krijgt het obligate kaartje van de bijstandsdienst. Terwijl ik beide agenten weer naar de uitgang leid, kijkt de snor me onderzoekend aan.

‘Er gebeurt de laatste tijd hier nogal veel, vindt u niet?’ merkt hij op. ‘Eerst de vroegere bewoners die het loodje leggen, dan die val van de trap van mevrouw De Cloedt en nu dit. Erg verdacht allemaal. En u bent overal bij betrokken.’

Wat krijgen we nu? Ook zijn collega kijkt hem verrast aan.

‘Wat insinueert u?’ vraag ik hem kwaad. ‘Ten eerste, hoe zou ik ervoor hebben kunnen zorgen dat Victor en Adelheid verongelukten. En waarom?’

‘Richard, dit slaat inderdaad nergens op,’ reageert zijn collega nog voor ik me verder kan verdedigen. ‘Je kan niet zomaar iemand beschuldigen zonder enig bewijs. Excuseert u mijn collega, we hebben op dit moment geen enkele reden om u te verdenken.’

‘Volgens mij speelt u onder één hoedje met mevrouw De Cloedt,’ vervolgt hij echter, zonder acht te slaan op zijn jongere partner. ‘Haar man heeft haar van de trap geduwd en dit is haar wraak.’

‘Richard, nu zwijgen!’ sist de blondine hem toe. ‘Of ik vertel het aan de chef.’

Ze sleurt hem mee naar de uitgang en glimlacht nog eens verontschuldigend naar mij. Die man is een echte Poirot. Waarom heeft hij het niet verder geschopt bij de politie? Een te innige relatie met de fles? Niettemin, hij heeft het helemaal juist. Op één detail na, want uiteindelijk heb ik niets te maken met de dood van De Kloot. Inderdaad, ook nu weer heeft de butler het niet gedaan.

Ik keer terug naar de woonkamer. Eva omhelst me en fluistert ‘Dank je’ in mijn oor. Maar ik maak me van haar los.

‘Eva, sorry,’ begin ik. ‘Maar ik had nog niets kunnen doen. Hij was vannacht vroeger weg dan verwacht.’ Ik verzwijg maar mijn geaarzel en ook dat De Kloot me bijna had betrapt.

‘Maar… hoe…?’ stamelt Eva.

‘Ik weet het niet. Misschien is er toch een god. Maar voor een deel is dit goed nieuws. We hebben daadwerkelijk niets met zijn dood te maken en ons geweten is zuiver. Alleen…’

‘Alleen wat?’

‘We weten natuurlijk niet wanneer hij gestorven is. Voor- of nadat hij zijn fortuin aan Vergeylen geschonken heeft. Dat maakt wel een groot verschil.’

‘Ach, dat is niet het belangrijkste. En vergeet je niet één ding?’

Ik kijk haar vragend aan.

‘Dit kasteel! Ik verkoop het toch gewoon. Na al die renovaties zal ik er wel een smak geld voor krijgen. Ik koop dan een kleiner huis en dan blijft er nog genoeg over voor de studies van de Luna en Lola. Je hoeft je echt geen zorgen te maken, hoor!’

‘Ik word echt oud!’ roep ik uit, kwaad op mezelf. ‘Hieraan had ik totaal niet gedacht. Tenzij Gilbert het ondertussen ook al aan Vergeylen heeft verpatst.’

‘We zien wel wat er gebeurt,’ zegt ze. ‘Een butler zal ik dan wel niet meer nodig hebben, maar we blijven uiteraard vrienden, waar we ook belanden. Indien nodig ondersteun ik je nog een tijdje financieel als je niet meteen een andere job vindt.’ Haar gezicht betrekt wat. ‘Ik ga nu aan Luna en Lola vertellen dat hun vader dood is. Ze hadden geen hechte band, maar het blijft wel hun papa.’

Ze gaat naar boven, terwijl ik naar de keuken trek om voor een laat ontbijt te zorgen.

***

Die namiddag krijgen we bezoek van een politie-inspecteur, afdeling moordzaken. Hij stelt zich voor als Verbiest. Nadat hij onder vier ogen met Eva heeft gepraat, onderwerpt hij ook mij aan een verhoor.

‘Voor alle duidelijkheid, jullie zijn geen verdachten,’ verklaart hij. ‘We houden momenteel alle pistes open. Maar ik zou wel willen weten waar u deze nacht was.’

Ik antwoord dat ik gewoon thuis ben gebleven en zoals gewoonlijk om tien uur ben gaan slapen, al moet ik toegeven dat niemand dit kan bevestigen.

‘De bewakingscamera aan de ingangspoort zal aantonen dat ik niet ben weggereden.’

Verbiest vraagt me om hem de opnames mee te geven. ‘Bent u in het bezit van een wapen?’ wil hij vervolgens weten.

Ik antwoord ontkennend en zeg dat ook Gilbert bij mijn weten geen wapens had. ‘Is hij dan doodgeschoten?’ vraag ik verbaasd.

Hij knikt. ‘Ze hebben zijn auto in een gracht gevonden. Eerst gingen we uit van een verkeersongeluk, of een slipper, al dan niet veroorzaakt door dronkenschap achter het stuur. Maar al snel ontdekten we dat hij door het hoofd is geschoten. Eerlijk gezegd, deze werkwijze past meer bij de maffia dan bij u, maar misschien hebt u wel een beroep gedaan op een huurmoordenaar.’

‘U beschikt over een levendige fantasie,’ antwoord ik geërgerd. ‘Waarom zou ik mijn broodheer doden?’

‘Misschien om het recht in eigen handen te nemen?’ oppert de inspecteur. ‘Ik heb weet van de vermoedens van partnergeweld. En ik geloof ze, ondanks het feit dat Gilbert De Cloedt alles heeft ontkend.’

Ik wil weer reageren maar Verbiest steekt zijn hand op. ‘Nogmaals, we hebben geen enkel bewijs en het is maar een van de pistes die we onderzoeken. Alles verloopt in de grootste discretie en zolang u of mevrouw De Cloedt niet officieel in verdenking gesteld worden, vertellen we niets aan de pers. U hoeft dus voorlopig niet te vrezen dat uw naam in de krant terechtkomt. Toch willen wij u vragen om het land niet te verlaten en tot onzer beschikking te blijven indien we verdere vragen hebben.’

Hij neemt afscheid. Eigenlijk mag ik die man wel. Hij is welgemanierd, maar ook recht voor de raap, zonder spelletjes te spelen. Toch ben ik er niet gerust op. Ook Eva is op van de zenuwen. We houden ons vast aan de gedachte dat we werkelijk onschuldig zijn. Al vragen we ons af hoe we zouden gereageerd hebben als mijn plan toch gelukt was. Ik ben opeens enorm blij dat ik de Lamborghini niet heb gesaboteerd. Waarschijnlijk was ik bij het eerste het beste verhoor door de mand gevallen.

Bovendien besef ik nu pas hoe ondoordacht mijn plan wel niet was. Niet alleen betrapte De Kloot me bijna, maar wie weet vloog hij rakelings tussen twee populieren in, met wat lichte verwondingen als resultaat. En zijn verklaring dat zijn remmen het niet meer deden, zou na politieonderzoek mij in het vizier brengen. Of hij ramde aan de splitsing een andere auto, waardoor ik ook de dood van een onschuldig iemand op mijn geweten zou hebben. Neen, verblind door mijn belofte aan Eva had ik over dit alles helemaal niet goed nagedacht. Hier kom ik goed weg, maar ik hoopte dat ik op mijn leeftijd toch verstandiger zou zijn.

Hoewel Eva en ik De Kloot de dood in wilden jagen, zijn we toch wel geschokt over de manier waarop hij aan zijn einde kwam. Maar is koelbloedig neergeschoten worden echt veel erg dan wat ik van plan was? Over wie de dader is, hoef ik niet lang te tobben. Hoogstwaarschijnlijk zit die Vergeylen daar achter. Maar wat kan De Kloot gedaan of gezegd hebben om hem zo te misnoegen?

De volgende dag licht ik Vanessa in over de gebeurtenissen, maar zij is al grotendeels op de hoogte. De politie ondervroeg haar al bij haar thuis, maar zij verklaarde dat ze van niets wist, in de waan dat ze me daarmee een dienst bewees. Vanessa is dan ook verbaasd wanneer ze van me hoort dat De Kloot de dood vond zonder mijn toedoen. Niettemin kan ze haar blijheid met moeite verbergen. Ik maan haar aan voorzichtig te zijn.

‘Officieel ben je verdrietig dat jouw werkgever een tijdelijke voor het eeuwige heeft gewisseld,’ druk ik haar op het hart.

Luna en Lola lijken niet veel in te zitten met de dood van hun vader. We vertelden hen niet alle details, alleen dat hij een fataal ongeluk gehad heeft. Gelukkig laat de politie hen gerust en worden hen geen vragen gesteld. Ik hou me de volgende dagen vooral bezig met de voorbereidingen van de begrafenis.

De dienst vindt vijf dagen later plaats in beperkte kring. Aanwezig zijn de ouders van De Kloot, die ik voor het eerst zie, en verder wat andere, mij onbekende familieleden van hem. Eva nodigde ook haar vader en moeder uit, maar voor de rest niemand uit haar omgeving. Hoewel we zelf De Kloot wilden doden, zijn we niet bepaald in feeststemming, maar het moet gezegd, de sfeer in het kasteel is in een mum van tijd zienderogen verbeterd. Al hangt het politieonderzoek nog als het zwaard van Damocles boven onze hoofden. Ik merkte echt wel dat er agenten in burger de begrafenis op een afstandje bijwoonden, maar ons ondervragen doen ze voorlopig niet meer.

***

En zo gaan er twee weken voorbij, die we vooral wijden aan formaliteiten: bankzaken, verzekeringen, dat soort zaken. Bij de notaris verneemt Eva dat er nog 75 miljoen euro op verschillende rekeningen staat, die nu haar toekomen. De Kloot is dan toch niet in zee gegaan met Vergeylen. Rook hij onraad? Is het daarom dat hij werd vermoord?

En op een namiddag gaat de bel en kondigt politie-inspecteur Verbiest zich aan. Met een klein hartje laat ik hem binnen, bang dat hij ons komt arresteren.

‘Is mevrouw De Cloedt thuis?’ wil hij weten.

Ik knik en ga naar haar op zoek. Even later zitten we zenuwachtig in de zetel. Ik vraag beleefd of hij iets wilt drinken. Hij wenst een kopje koffie, zodat we nog wat langer moeten wachten op wat hij te vertellen heeft. Hij staat erop dat ik bij het gesprek aanwezig ben en dat vind ik een slecht teken.

‘We hebben de zaak afgesloten,’ begint hij, nadat hij van zijn koffie genipt heeft. ‘Morgen houden we een persconferentie, maar ik vind het belangrijk dat jullie alles van mij horen en het dus niet in de krant moeten lezen. We hebben Theo Vergeylen gearresteerd als opdrachtgever en ene Goran Lajovic als de man die de trekker overhaalde.’

‘Wie… wie zijn dat? En waarom…?’ vraagt Eva.

Verbiest legt uit wie de maffiose zakenman is. Lajovic is een van zijn medewerkers, een Serviër die al jaren in ons land woont.

‘Het spijt me te moeten zeggen dat de dood van uw man op een jammerlijk misverstand berustte. Maar dat pleit Vergeylen uiteraard niet vrij. We volgen hem al een hele tijd, maar hij is gewiekst en we konden nooit zijn frauduleuze activiteiten hard maken met bewijzen. We merkten dat hij de laatste tijd veel omging met uw man, maar dat was zijn goed recht natuurlijk. En de eigen verantwoordelijkheid van mijnheer De Cloedt. We hechtten daar dan ook niet veel belang aan.

Vergeylen ontmoet de hele tijd allerlei personen, dus we hielden zijn landgoed in het oog, en noteerden de nummerplaten van de auto’s die zijn poort binnenreden, in de hoop daar ooit iemand interessant te betrappen. Zo kwamen we na de moord op uw man te weten dat hij die fatale nacht met zijn Lamborghini een bezoek bracht aan Vergeylen. Nauwelijks een half uur later reed hij met gierende banden de poort weer uit. Even later gevolgd door een andere auto, die dezelfde richting uitging. De agent noteerde plichtbewust het nummerplaat, maar bleef, zoals zijn opdracht verlangde, op post. Achteraf bleek dat het de wagen van Goran Lajovic was.’

Hij drinkt nog wat van zijn koffie. ‘Veel beter dan het bocht waarmee wij het op kantoor moeten doen,’ zegt hij met een glimlach.

Ik ben ondertussen volkomen gekalmeerd en merk aan Eva dat dit ook bij haar het geval is. We worden dan toch niet in de boeien geslagen. Niettemin hangen we aan zijn lippen.

‘Sorry, het is een lang verhaal,’ glimlacht Verbiest. ‘Uiteraard hadden we geen enkel bewijs dat die Serviër iets met de moord te maken heeft, maar omdat de man een serieus strafblad heeft, besloten we om meteen bij hem een huiszoeking te doen in zijn rommelige appartement. En daar vonden we het wapen dat we konden matchen met de kogel die een einde aan het leven van uw man maakte. Tijdens het verhoor wilde Lajovic aanvankelijk niets lossen, maar nadat we hem strafvermindering beloofden als hij zijn opdrachtgever verraadde, ging hij enkele dagen later toch overstag.

Nu, Vergeylen ontkent nog steeds alles, maar de bekentenis van Lajovic houdt steek. Vergeylen wilde mijnheer De Cloedt nagenoeg al zijn geld afhandig maken, maar voor alle zekerheid liet hij hem door Lajovic in het oog houden. En die zag uw man op de dag van de moord het politiebureau binnengaan. Ze wisten natuurlijk niet dat hij opgeroepen was om gewoon wat vragen te beantwoorden over uw val van de trap.

Toen uw man die nacht door Vergeylen werd opgebeld om een overeenkomst te tekenen, fouilleerde de Serviër hem bij het binnenkomen. En ze vonden opname-apparatuur. Vergeylen zou razend geworden zijn en uw man beschuldigen een undercoveragent te zijn. Maar die verweerde zich door te zeggen dat hij de gesprekken enkel voor eigen gebruik opnam, als bewijs voor de lucratieve beloften die Vergeylen hem deed. Blijkbaar vertrouwde uw man hem toch niet helemaal. Uiteraard werkte Gilbert De Cloedt helemaal niet voor ons. Vergeylen liet hem weten dat hij niet met verraders in zee ging en dat hij maar moest ophoepelen. En daarna gaf hij Lajovic de opdracht hem te volgen en te vermoorden.’

Eva en ik kijken hem sprakeloos aan. Het lijkt wel een scenario uit een B-film.

‘Bedankt om ons hierover te informeren,’ zegt Eva na een tijdje. ‘Zijn… zijn we veilig?’

Verbiest knikt terwijl hij het laatste restje koffie, waarschijnlijk niet meer heel warm, naar binnen kapt.

‘Het is natuurlijk lang niet zeker of we Vergeylen kunnen laten veroordelen,’ antwoordt hij. ‘Zijn advocaten zijn duur, maar ook heel goed. Maar hij heeft zijn wraak gehad, dus hij zal niet het risico nemen ook achter u aan te gaan. Uiteraard raad ik u aan verstandiger met uw geld om te gaan dan uw man en u niet laten verleiden door de loze praatjes van zogenaamde zakenlieden.’

‘Dat zal zeker niet gebeuren,’ zegt Eva.

‘Nog iets,’ vervolgt de inspecteur. ‘Misschien dat de pers u morgen zal lastigvallen. Ik stel voor dat u uw telefoon niet opneemt en u zich een tijdje hier op uw domein gedeinsd houdt. Als er indringers zouden zijn die over de muur klimmen, bel dan onmiddellijk de politie. Er zal sowieso enkele dagen een politiewagen voor de poort staan.’

Naar deel 6…

Wat vond je van dit verhaal?

Laat een beoordeling achter!

Gemiddelde beoordeling 4.5 / 5. Aantal stemmen: 8

Nog geen beoordeling. Geef als eerste een waardering!

Jammer dat je dit een slecht verhaal vond!

Help ons verbeteren!

Wat vond je er slecht aan?