Lees eerst deel 1, deel 2 en deel 3.
“Hee!” hoorde ik achter me toen we terugliepen van het zwembad naar de caravan. Het was mijn broertje Roland van negen. “Wat waren jullie nou aan het doen in het kleedhokje?” vroeg hij.
“Hoezo, niks bijzonders. Gewoon afdrogen en omkleden,” reageerde ik.
“Ja… nou… okee…” Ik zag dat hij twijfelde over wat hij moest zeggen. Hij kwam moeilijk uit zijn woorden. Wat zou hij weten?
“Ik weet heus wel wat jullie écht deden!” zei hij en hij keek erbij alsof hij er zelf van schrok. Hij wou gauw doorlopen.
“Hee, wacht eens!” riep ik. “Wat deden we dan?” Ik wilde weten of hij het echt snapte. Hij was tenslotte nog maar negen.
“Ja, pfff, dat weet je zelf wel.”
“Okee, maar hoe weet jij dat dan?” We begonnen iets langzamer te lopen zodat onze nichtjes ons niet konden horen.
“Dat mag… dat kan ik niet zeggen. Ik weet het gewoon.” zei Roland heel cryptisch. Ik begon te vermoeden dat mama en Roland inderdaad net zo’n geheimpje hadden als ik en papa. “Maar,” ging Roland verder, “hoe…? En met zijn drieën tegelijk? En ik dacht dat ze zo van de kerk zijn enzo…” Roland was duidelijk over zijn verlegenheid heen en leek nu meer hardop te denken dan dat hij nog met mij in gesprek was.
“Tsja, misschien moet je ook eens wat vaker met je nichtjes spelen. Het is leuker dan je denkt!” Zei ik en ik rende naar de meisjes toe die inmiddels een stuk voor ons liepen. Toen ik achterom keek, zag ik Roland met een verbaasd gezicht naar ons kijken.